FED 1997/304
HR, 23-04-1997, nr. 32 166
HR 23-04-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2154
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 166
- LJN
AA2154
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2154, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑1997
- Wetingang
art. 4 Wet OB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, BV X, wier feitelijke werkzaamheden bestaan uit de uitoefening van het aannemingsbedrijf en de verhuur van woningen en bedrijfsruimten, verricht werkzaamheden voor D BV, die zich feitelijk bezighoudt met de verhuur van woningen en bedrijfsruimten. Tussen BV X en D BV is sprake van een organisatorische verwevenheid, doch zij vormen geen fiscale eenheid ex art. 7, vierde lid, Wet OB 1968. BV X brengt de door haar ten behoeve van D BV verrichte werkzaamheden deels op basis van uurtarieven (voor timmerlieden en uitvoerder) en deels op andere wijze (voor bestuur) in rekening. B is bij BV X en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.