BNB 1997/294
HR, 08-07-1997, nr. 31 274: Rijdende havenkranen I
HR 08-07-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2223, m.nt. W.J.N.M. Snoijink (Rijdende havenkranen I)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1997
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
31 274
- Conclusie
A-G mr. Loeb
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AA2223
- Roepnaam
Rijdende havenkranen I
- JCDI
JCDI:ADS887760:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2223, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2223, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑07‑1997
- Wetingang
Samenvatting
Elektriciteitscentrale. Havenkranen onroerend. Werktuigenvrijstelling geldt ook voor werktuigen die indien zij niet binnen een gebouw zouden zijn opgesteld een gebouwd eigendom zouden zijn. Lagere bedrijfswaarde kolengestookte centrale mogelijk. Invloed bodemverontreiniging op de waarde op de peildatum
Belanghebbende exploiteert een elektriciteitscentrale.
HR: 1. De havenkranen zijn gezien hun omvang en constructie bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven, zij zijn geplaatst op vaste rails en kunnen zich (slechts) over een beperkt traject heen en weer bewegen. Dit in aanmerking genomen geeft 's Hofs oordeel dat de kranen onroerende werktuigen zijn die moeten worden aangemerkt als zelfstandige gebouwde eigendommen, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.