V-N 1997/3245, 15
VENNOOTSCHAPSBELASTING Betaling voor beëindiging aansprakelijkheid voor bankschuld dochtermaatschappij aangemerkt als (negatief) voordeel uit deelneming
HR 29-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2249, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 augustus 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Soest, van
- Zaaknummer
32210
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2249
- JCDI
JCDI:ADS898842:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1997:AA2249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑1997
ECLI:NL:HR:1997:AA2249, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑08‑1997
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING Betaling voor beëindiging aansprakelijkheid voor bankschuld dochtermaatschappij aangemerkt als (negatief) voordeel uit deelneming
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, kwam in oktober 1988 met de coöperatie A BA overeen een dochtervennootschap B BV op te richten. In het gestorte kapitaal ad f 100 000 nam X BV deel voor 25%, A BA voor 75%. De Rabobank verleende in oktober 1988 aan X BV en A BA, handelend als oprichters van B BV, een krediet van f 2 000 000. Zowel X BV als A BA waren voor dit krediet hoofdelijk aansprakelijk; de aansprakelijkheid bleef na de totstandkoming van B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.