FED 1993/579
Onderzoek ten aanzien van loonbelastingbeschikking levert geen opgewekt vertrouwen voor toekomstige jaren op.
HR 30-06-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5396, m.nt. R.P. van den Dool
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
- Zaaknummer
28 648
- Noot
R.P. van den Dool
- LJN
ZC5396
- JCDI
JCDI:ADS225130:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5396, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑1993
- Wetingang
Abbb; vertrouwensbeginsel
Essentie
Onderzoek ten aanzien van loonbelastingbeschikking levert geen opgewekt vertrouwen voor toekomstige jaren op.
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting 1978
Vaststaat:
Belanghebbende heeft bij een overeenkomst van 20 december 1976 zich tegenover A verplicht tot betalingen gedurende een periode van drie jaar en drie maanden, welke betalingen afhankelijk waren van het leven van de in 1939 geboren zoon van A. In verband met het geringe sterfterisico kunnen de betalingen niet als lijfrentetermijnen in de zin van art. 45 van de Wet IB 1964 worden gekwalificeerd. Bij de behandeling van de door belanghebbende voor het jaar 1977 gevraagde loonbelastingbeschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.