FED 1995/413
Na vaststelling van ondernemerschap door de rechter mag belanghebbende een stelsel van winstneming kiezen. Het hof gaf die mogelijkheid niet.
HR 01-02-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3031, m.nt. E. Bos
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 februari 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30035
- Noot
E. Bos
- LJN
AA3031
- JCDI
JCDI:ADS224747:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3031, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑1995
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Na vaststelling van ondernemerschap door de rechter mag belanghebbende een stelsel van winstneming kiezen. Het hof gaf die mogelijkheid niet.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1986.
Vaststaat:
2.1. Belanghebbende heeft sedert 1969 een eenmanszaak als ambulant handelaar in zuivelproducten. Belanghebbendes boekhouding wordt verzorgd door A.
2.2. Uit een door de douanerecherche te Amsterdam ingesteld onderzoek is naar voren gekomen dat verscheidene ingevoerde, voornamelijk klassieke automobielen voor belanghebbende waren bestemd. Uit nader onderzoek bleek dat belanghebbende onder het telefoonnummer a een groot aantal auto's te koop aanbood in advertenties in 'De Telegraaf', in de rubriek 'Klassiekers ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.