V-N 1999/5.4
FISCAAL BESTUURSRECHT Mandatering bevoegdheid inspecteur, navordering, nieuw feit, boete, redelijke termijn, heffingsrente, uitleg brief staatssecretaris
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2596, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
34148
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2596
- JCDI
JCDI:ADS184284:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2596, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT Mandatering bevoegdheid inspecteur, navordering, nieuw feit, boete, redelijke termijn, heffingsrente, uitleg brief staatssecretaris
Samenvatting
In geschil is of
a. de aan X opgelegde navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1989 bevoegdelijk is opgelegd, nu deze zou zijn opgelegd door een ambtenaar, die niet is aangewezen de bevoegdheid van inspecteur uit te oefenen;
b. of sprake is van een nieuw feit;
c. of de redelijke termijn ex art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden, nu de mondelinge behandeling pas heeft plaatsgevonden meer dan vijftien maanden na het indienen van de conclusie van dupliek van de inspecteur;
d. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.