FED 1999/353
HR, 12-05-1999, nr. 34 347
HR 12-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2757
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 1999
- Zaaknummer
34 347
- LJN
AA2757
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2757, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1999
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel; zorgvuldigheidsbeginsel; art. 16 AWR
Uitspraak
Navordering. Kwade trouw. Beroep op vertrouwens- en zorgvuldigheidsbeginsel faalt.
Belanghebbende, X, aandeelhouder en enig directeur van A BV, deed voor 1993 aangifte van een vermogen van ƒ 7 014 603. Bij een in 1994 bij A BV ingesteld boekenonderzoek is vastgesteld dat de door X aangegeven waarde van de aandelen A BV te laag was. Die waarde is door X nadien berekend op ƒ 14 234 000. In geschil is of X terzake te kwader trouw was zoals bedoeld in art. 16, eerste lid, AWR.
Hof Amsterdam overweegt: Er is sprake van een zodanige onjuiste waardering dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.