BNB 2001/325
Geen onderscheid naar de wijze waarop de Inspecteur kennis droeg of had kunnen dragen van het feit ter zake waarvan de belastingplichtige te kwader trouw is
HR 13-07-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2596, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2001
- Magistraten
Pos; Monné; Berge, van den
- Zaaknummer
36079
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AB2596
- JCDI
JCDI:ADS888344:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2596, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2001
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR
Essentie
Geen onderscheid naar de wijze waarop de Inspecteur kennis droeg of had kunnen dragen van het feit ter zake waarvan de belastingplichtige te kwader trouw is
Samenvatting
De voor 1993 aangegeven huurwaarde van een in 1971 voor ƒ 240 000 gekochte woning was gebaseerd op een waarde in bewoonde staat van 60% van ƒ 220 000 ofwel ƒ 132 000. De aanslag is overeenkomstig de aangifte vastgesteld. De waarde in bewoonde staat bedroeg in 1993 echter ƒ 528 436. Op basis van die waarde wordt een navorderingsaanslag opgelegd.
HR: Met zijn oordeel dat belanghebbende zich ervan bewust ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.