BNB 2006/255
Begrip inrichting. Aanhangend water is geen aparte afvalstof
HR 21-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AS4934, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2006
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Punt
- Zaaknummer
40 240
- Conclusie
A-G mr. De Wit
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AS4934
- JCDI
JCDI:ADS889164:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AS4934, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AS4934, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2006
- Wetingang
Art. 12 Wbm
Essentie
Begrip inrichting. Aanhangend water is geen aparte afvalstof
Samenvatting
Belanghebbende is in een groep verbonden met een aantal papierfabrieken en exploiteert een stortplaats uitsluitend ten behoeve van die fabrieken. Bij de oudpapierverwerking worden plastic, nietjes en paperclips (zogenoemde grove rejects) uit de natte papiermassa verwijderd en naar de stortplaats van belanghebbende afgevoerd.
Het Hof heeft de stortplaats als een afzonderlijke inrichting in de zin van de Wbm aangemerkt omdat deze bij een beschikking ter uitvoering van de Wet milieubeheer (Wm) als een afzonderlijke inrichting is aangemerkt.
(HR) Dat oordeel is onjuist. De verwijzing in art. 12 Wbm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.