BNB 1972/227
HR, 07-06-1972, nr. 16 800
HR 07-06-1972, ECLI:NL:HR:1972:AY4399, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 1972
- Magistraten
Rijn Van Alkemade, Van; Hollander; Linde, Van Der; Polak; Telders
- Zaaknummer
16 800
- Noot
Van Dijck
- LJN
AY4399
- JCDI
JCDI:ADS885263:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1972:AY4399, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑1972
- Wetingang
(Art. 39 lid 4 IB '64)
Samenvatting
Onder ,,het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal'' in art. 39 lid 4 IB '64 moet worden verstaan het kapitaal, per aandeel gemiddeld gestort op alle gelijksoortige aandelen in de vennootschap (en niet het kapitaal, ten tijde van de verkrijging door de aanmerkelijk-belanghouder c.q. diens rechtsvoorganger krachtens erfrecht en/of huwelijksvermogensrecht gemiddeld op diens aandelen gestort). De stelling dat de in art. 39 lid 4 IB '64 neergelegde minimumregel slechts betekenis heeft voor van derden verkregen aandelen vindt noch in de tekst, noch in de wetsgeschiedenis, voldoende steun voor een zo ingrijpende beperking van die algemeen luidende regel. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.