FED 2004/295
HR, 14-05-2004, nr. 39 734
HR 14-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9511
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 mei 2004
- Zaaknummer
39 734
- LJN
AO9511
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO9511, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑05‑2004
- Wetingang
Art. 16, eerste en vijfde lid, Wet BPM 1992
Samenvatting
Geen recht op vrijstelling BPM nu in onderneming gebruikte personenauto's ook voor rouwvolgvervoer werden aangewend.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt, anders dan Hof 's-Hertogenbosch, dat belanghebbende voor haar personenauto's geen recht heeft op vrijstelling van BPM. Recht op teruggaaf van BPM bestaat slechts ingeval de auto's (nagenoeg) geheel zijn gebruikt voor het verrichten van openbaar vervoer of taxivervoer in de zin van de Wet personenvervoer. Aangezien de Wet personenvervoer niet van toepassing is op het gebruik dat van de auto's is gemaakt voor rouwvolgvervoer, is de vrijstelling niet van toepassing.
Belanghebbende, X BV, drijft een onderneming in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.