BNB 1997/397
Handelingen inzake effecten of advieswerkzaamheden?
HR 20-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3267, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 augustus 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 510
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA3267
- JCDI
JCDI:ADS887812:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3267, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑08‑1997
- Wetingang
Art. 6, tweede lid, letter d, onder 3°, art. 11, eerste lid, letter i, onder 2°, en art. 36 Wet OB 1968; art. 13, letter B, onder d, 5°, Zesde richtlijn
Essentie
Handelingen inzake effecten of advieswerkzaamheden?
Samenvatting
1. Belanghebbende vormt de Nederlandse tak van een Frans verzekeringsconcern. Het beheer van haar beleggingen werd door het moederbedrijf in Frankrijk gevoerd; dit berustte op een ,,Convention de gestion des actifs''. Het moederbedrijf bracht voor haar diensten een beheersvergoeding in rekening. De Inspecteur heeft op grond van art. 6, tweede lid, letter d, onder 3°, Wet OB 1968 Nederland aangemerkt als plaats van deze diensten, en de verschuldigde omzetbelasting op grond van art. 12, tweede lid, van die wet geheven van belanghebbende.
Het Hof is van oordeel dat de belasting terecht is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.