BNB 2007/294
Tariefindeling rice-paper: post 1901 of 1905? Kan de nationale rechter buiten de Europese Commissie om beslissen dat navordering van douanerechten afstuit op art. 220, tweede lid, onderdeel b, CDW?
HR 13-07-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AX6369, m.nt. B.A. van Brummelen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens; Bavinck; Leemreis
- Zaaknummer
41 715
- Conclusie
A-G mr. De Wit
- Noot
B.A. van Brummelen
- LJN
AX6369
- JCDI
JCDI:ADS889348:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AX6369, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AX6369, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑07‑2007
- Wetingang
Post 1905 Gecombineerde nomenclatuur; art. 220, tweede lid, onderdeel b, Communautair douanewetboek; art. 871, eerste lid, Uitv.verord. Communautair douanewetboek
Essentie
Tariefindeling rice-paper: post 1901 of 1905? Kan de nationale rechter buiten de Europese Commissie om beslissen dat navordering van douanerechten afstuit op art. 220, tweede lid, onderdeel b, CDW?
Samenvatting
Partijen strijden over de tariefindeling van 'rice-paper' (gedroogde meelvellen). Gedurende lange tijd werden deze ingedeeld onder post 1901 GN maar thans stellen de douaneautoriteiten zich op het standpunt dat dit post 1905 GN moet zijn en gaan zij tot navordering (boeking achteraf) van douanerechten over. Het Hof (Douanekamer) oordeelt dat post 1905 GN van toepassing is, maar dat boeking achteraf afstuit op art. 220, tweede lid, onderdeel b, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.