BNB 1997/172
Vervangingsreserve voor goodwill; heeft reeds vervanging plaatsgevonden?
HR 08-01-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3199, m.nt. G. Slot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 januari 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 639
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
G. Slot
- LJN
AA3199
- JCDI
JCDI:ADS887717:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3199, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑01‑1997
- Wetingang
Art. 14 Wet IB 1964
Essentie
Vervangingsreserve voor goodwill; heeft reeds vervanging plaatsgevonden?
Samenvatting
Belanghebbende heeft een onderneming met vestigingen in verschillende plaatsen. Hij verkoopt één van die vestigingen, en ontvangt vergoedingen voor onder meer het bedrijfspand en de goodwill. Hij koopt vervolgens voor een nieuwe vestiging elders een pand.
Belanghebbende mag voor de goodwill een vervangingsreserve vormen en deze handhaven, ook al is het pand reeds vervangen.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 oktober 1995 betreffende de aan X te Z voor het jaar 1990 opgelegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.