FED 2001/86
Onbevoegdheid geheeld door artikel 6:22 Awb
HR 13-12-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8985, m.nt. B.F.A. van Huijgevoort
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 2000
- Magistraten
Ilsink Korthals Altes; Pos; Beukenhorst; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
35346
- Noot
B.F.A. van Huijgevoort
- LJN
AA8985
- JCDI
JCDI:ADS234074:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Waardering onroerende zaken (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8985, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2000
- Wetingang
Art. 1, tweede lid Wet WOZ: bevoegdheid; art. 6:18, 6:19 Awb: intrekking en nieuw besluit; art. 6:22 Awb: onbevoegdheid
Essentie
Onbevoegdheid geheeld door artikel 6:22 Awb
Samenvatting
De attributie van de desbetreffende bevoegdheid, zoals deze sedert 1 januari 1998 luidt, aan de gemeenteambtenaar brengt mede dat het college van burgemeester en wethouders die bevoegdheid niet meer zelf kan uitoefenen. Dat laat echter onverlet dat het college, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet WOZ, de aan hem ondergeschikte gemeenteambtenaar een aanwijzing had kunnen geven tot vernietiging van de eerste waardebeschikking, waarna deze dienovereenkomstig een beschikking zou hebben genomen. Nu de vernietigingsbeschikking in het onderhavige geding op zichzelf niet is aangevochten, en ook niet valt in te zien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.