BNB 1999/176
Rente achtergestelde obligaties
HR 17-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2655, m.nt. Hoogendoorn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
34 151
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
Hoogendoorn
- LJN
AA2655
- JCDI
JCDI:ADS171849:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2655, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2655, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑09‑1998
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, en art. 10 Wet Vpb. 1969
Essentie
Rente achtergestelde obligaties
Samenvatting
Een bank heeft in 1994 8½% perpetuele cumulatieve achtergestelde obligaties uitgegeven. Belanghebbende, een beleggingsmaatschappij, heeft een gedeelte van de desbetreffende lening van de bank overgenomen. In geschil is of de op de obligaties te betalen rente door de bank - en daarom ook door belanghebbende - in mindering gebracht behoort te worden op de belastbare winst, of dat de lening moet worden gelijkgesteld aan kapitaal, zodat de betaling van rente moet worden aangemerkt als een uitdeling van winst.
HR: Het Hof heeft - in cassatie onbestreden - geoordeeld dat de door de bank betaalde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.