FED 1991/943
Aangezien de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's en de EG-invoerheffingen terzake van de invoer van auto's krachtens de wet niet eerder verschuldigd worden dan ter gelegenheid van de uitslag uit het entrepot, behoren die belasting en heffing niet tot de kostprijs van de voorraad auto's.
HR 23-10-1991, ECLI:NL:HR:1991:BH8316, m.nt. Th.S. IJsselmuiden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 1991
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart
- Zaaknummer
27 574
- Noot
Th.S. IJsselmuiden
- LJN
BH8316
- JCDI
JCDI:ADS208745:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:BH8316, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑1991
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Aangezien de bijzondere verbruiksbelasting van personenauto's en de EG-invoerheffingen terzake van de invoer van auto's krachtens de wet niet eerder verschuldigd worden dan ter gelegenheid van de uitslag uit het entrepot, behoren die belasting en heffing niet tot de kostprijs van de voorraad auto's.
Uitspraak
Het Hof (Amsterdam) heeft als tussen partijen vaststaande feiten aangenomen:
Belanghebbende importeert auto's. Bij aankomst in Nederland verblijven de auto's korte tijd in een 'gewoon' douane-entrepot. Daarna worden zij met gebruikmaking van een aan belanghebbende verleende vergunning uitgeslagen naar een fictief douane-entrepot met administratieve controle (FEMAC).
Deze zogenaamde FEMAC-regeling is gebaseerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.