FED 2004/272
HR, 07-05-2004, nr. 38 067
HR 07-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO0075
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 2004
- Zaaknummer
38 067
- LJN
AO0075
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO0075, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO0075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2004
- Wetingang
Art. 3, derde lid, Wet IB 1964; art. 24, tweede lid, Verdrag Nederland-Italië
Samenvatting
Ten onrechte geen rekening gehouden met persoonlijke tegemoetkomingen bij berekening aftrek ter voorkoming van dubbele belasting (1).
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur en Hof 's-Hertogenbosch bij de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting van X ten onrechte geen rekening hielden met zijn persoonlijke en gezinssituatie. De Hoge Raad leidt dit af uit het arrest van het HvJ EG in de zaak-De Groot, BNB 2003/182. Tot de persoonlijke fiscale tegemoetkomingen moeten worden gerekend de persoonlijke verplichtingen en buitengewone lasten als bedoeld in art. 3, derde lid, Wet IB 1964. Dat geldt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.