FED 1996/868
Belanghebbendes onderneming bestaat uit het verbouwen van maïs en het houden van varkens. De door de varkens in enig jaar geproduceerde mest wordt deels tijdelijk opgeslagen en in een volgend jaar bij derden afgezet. De met het afzetten bij derden van deze mest gemoeide kosten, welke in een volgend jaar tot een uitgaaf leidt, wenst belanghebbende in het jaar van 'productie' door middel van het vormen van een voorziening ten laste van de winst te brengen. Hof en Hoge Raad staan deze voorziening toe.
HR 08-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2035, m.nt. R.P.C. Cornelisse (Mestarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1996
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
31 422
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- LJN
AA2035
- Roepnaam
Mestarrest
- JCDI
JCDI:ADS226058:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2035, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Belanghebbendes onderneming bestaat uit het verbouwen van maïs en het houden van varkens. De door de varkens in enig jaar geproduceerde mest wordt deels tijdelijk opgeslagen en in een volgend jaar bij derden afgezet. De met het afzetten bij derden van deze mest gemoeide kosten, welke in een volgend jaar tot een uitgaaf leidt, wenst belanghebbende in het jaar van 'productie' door middel van het vormen van een voorziening ten laste van de winst te brengen. Hof en Hoge Raad staan deze voorziening toe.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1991.
Op het beroep in cassatie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.