BNB 2005/283
Bezwaartermijn van zes weken is in het algemeen niet in strijd met EG-recht
HR 18-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AM3206, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2005
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Vliet, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 690
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- LJN
AM3206
- JCDI
JCDI:ADS888999:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AM3206, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AM3206, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑02‑2005
- Wetingang
EG-Verdrag algemeen en art. 10;art. 6:7 en 6:11 Awb
Essentie
Bezwaartermijn van zes weken is in het algemeen niet in strijd met EG-recht
Samenvatting
Het Hof heeft belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaar wegens de - door belanghebbenden erkende - overschrijding van de bezwaartermijn.
HR: Ook al zou de Wet OB 1968 op het voor het materiële geschil relevante punt in strijd zijn met de Zesde richtlijn (zie HR, BNB 2004/2c*) en de nationale regeling onduidelijk zijn, die omstandigheden konden voor belanghebbenden niet een reden vormen geen bezwaarschrift in te dienen. Belanghebbenden hebben, naast de gestelde strijdigheid van de Wet OB 1968 met de Zesde richtlijn, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.