FED 1996/587
Kosten van betekening van een dwangbevel zijn in geval van versnelde invordering niet verschuldigd, nu de belastingschuldige niet in voldoende mate in de gelegenheid is gesteld om aan zijn verplichtingen te voldoen.
HR 29-05-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1817, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Soest, van
- Zaaknummer
30 212
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AA1817
- JCDI
JCDI:ADS225819:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1817, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1817, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑1996
- Wetingang
Essentie
Kosten van betekening van een dwangbevel zijn in geval van versnelde invordering niet verschuldigd, nu de belastingschuldige niet in voldoende mate in de gelegenheid is gesteld om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Uitspraak
Het geschil betreft de vraag of ook kosten van betekening van een dwangbevel verschuldigd zijn bij versnelde invordering op de voet van artikel 10 en 15 Invorderingswet 1990. De ontvanger heeft terzake van de betekening van een drietal dwangbevelen aan de echtgenote van de belastingschuldige bij afwezigheid van de belastingschuldige tijdens een huiszoeking door de FIOD in totaal f 35 950 in rekening gebracht. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.