BNB 2005/22
Leges milieuvergunning. Maatstaf voor onverbindendverklaring
HR 08-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3495, m.nt. W.J.N.M. Snoijink (legesverordening Friesland)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 2004
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Oven, van; Maanen, van
- Zaaknummer
37 631
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
AR3495
- Roepnaam
legesverordening Friesland
- JCDI
JCDI:ADS888878:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Provinciale belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR3495, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑2004
- Wetingang
Art. 223, eerste lid, onderdeel a, Provinciewet; Tarieventabel jo. Legesverordening Gelderland 1994
Essentie
Leges milieuvergunning. Maatstaf voor onverbindendverklaring
Samenvatting
Belanghebbende, die een bedrijf met diverse werkzaamheden exploiteert, heeft een milieuvergunning aangevraagd wegens uitbreiding van haar werkzaamheden. De vergunning is door Gedeputeerde Staten verleend. Hiervoor zijn leges geheven, berekend op basis van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Gelderland 1994. Volgens deze tabel worden de leges berekend op de grondslag van bepaalde (technische) bedrijfskenmerken. Het Hof heeft geoordeeld dat de Verordening onverbindend is omdat zij naar haar opzet kan leiden tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing.
HR: Voor onverbindendverklaring is eerst plaats ingeval een regeling zou zijn getroffen die in strijd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.