FED 1999/696
Liggeld voor woonschepen is vergoeding voor dienst door gemeente
HR 28-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2740, m.nt. R.N.G. van der Paardt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Moor, de; Brunschot, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
34 448
- Noot
R.N.G. van der Paardt
- LJN
AA2740
- JCDI
JCDI:ADS229441:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2740, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
- Wetingang
Art. 4 Wet OB 1968
Essentie
Liggeld voor woonschepen is vergoeding voor dienst door gemeente
Samenvatting
De Gemeente Amsterdam (belanghebbende) heft precariobelasting (liggeld) voor woonschepen. Dit liggeld vormt volgens Hof Amsterdam geen vergoeding voor een verleende dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, Wet OB 1968, terwijl de Hoge Raad overweegt dat de gebruiker van het woonschip een vergoeding betaalt op grond van de verordening voor het gebruik van gemeentelijk eigendom. Dit betekent dat de heffing van liggeld onderdeel uitmaakt van de tussen de gemeente en de gebruiker van het woonschip uitgewisselde prestaties die voortvloeien uit een tussen hen bestaande rechtsbetrekking, zodat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.