V-N 2002/24.13
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Foutenleer. Herstel onjuiste openingsbalans waardering goodwill bij dochtermaatschappij hangt niet af van mogelijkheid belasten goodwill bij moeder
HR 03-05-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2245, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 mei 2002
- Zaaknummer
36 821
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE2245
- JCDI
JCDI:ADS902409:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2245, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑05‑2002
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Foutenleer. Herstel onjuiste openingsbalans waardering goodwill bij dochtermaatschappij hangt niet af van mogelijkheid belasten goodwill bij moeder
Samenvatting
B BV heeft in 1988 X BV opgericht. Ter volstorting van het aandelenkapitaal heeft B BV haar onderneming ingebracht in X BV. B BV ontvangt geen bedrag voor de goodwill die ten tijde van de overdracht in de onderneming aanwezig is, terwijl B BV en X BV geen fiscale eenheid vormen. Voor het eerst in 1992 wil X BV gaan afschrijven op de goodwill bij verwerving van de onderneming in 1988. X BV berekent de afschrijving op 20% ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.