GS Rechtspersonen, art. 2:350 BW, aant. 4:4 De toewijzing van het verzoek en de kosten van het onderzoek
GS Rechtspersonen, art. 2:350 BW, aant. 4
4 De toewijzing van het verzoek en de kosten van het onderzoek
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
prof.mr. C.A. Boukema, actueel t/m 01-03-2002
Actueel t/m
01-03-2002
Tijdvak
01-01-2002 tot: -
Auteur
prof.mr. C.A. Boukema
Vindplaats
GS Rechtspersonen, art. 2:350 BW, aant. 4
Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
Indien de Ondernemingskamer van oordeel is, dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen, is het enquêteverzoek voor toewijzing vatbaar (Hof Amsterdam, 21 september 1978, NJ 1978, 3).
De Ondernemingskamer gaat er van uit dat de bevoegdheid tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de rechtspersoon een discretionaire is. Hof Amsterdam 24 november 1994, De NV 1995, blz. 61 (Wijsmuller); zie hierna aantekening 5 en hierboven aantekening 4 bij artikel 345. Aldus ook: A-G Van Soest in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Rechtspersonen, art. 2:350 BW, aant. 4
4 De toewijzing van het verzoek en de kosten van het onderzoek
prof.mr. C.A. Boukema, actueel t/m 01-03-2002
01-03-2002
01-01-2002 tot: -
prof.mr. C.A. Boukema
GS Rechtspersonen, art. 2:350 BW, aant. 4
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
kosten
rechtspersonenrecht
enquêterecht (rechtspersoon)
patstelling
ondernemingsrecht
bijzondere rechtspleging
rechtspersoon
wanbeleid
Burgerlijk Wetboek Boek 2 artikel 350
Indien de Ondernemingskamer van oordeel is, dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid te twijfelen, is het enquêteverzoek voor toewijzing vatbaar (Hof Amsterdam, 21 september 1978, NJ 1978, 3).
De Ondernemingskamer gaat er van uit dat de bevoegdheid tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de rechtspersoon een discretionaire is. Hof Amsterdam 24 november 1994, De NV 1995, blz. 61 (Wijsmuller); zie hierna aantekening 5 en hierboven aantekening 4 bij artikel 345. Aldus ook: A-G Van Soest in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.