V-N 1995/1422, 15
Vennootschapsbelasting Verliezen na bedrijfsbeëindiging uit hoofde van afwikkeling gerekend tot de gestaakte onderneming
HR 22-03-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1559, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
29 493
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1559
- JCDI
JCDI:ADS897035:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1559, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑1995
- Wetingang
art. 20 lid 5 Wet VPB 1969
Essentie
Vennootschapsbelasting Verliezen na bedrijfsbeëindiging uit hoofde van afwikkeling gerekend tot de gestaakte onderneming
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, drijft een veemesterij en een slagerij. A en B zijn aandeelhouder van de beheersmaatschappij die de aandelen in X BV houdt. X BV beëindigt in 1981 haar activiteiten, verkoopt haar voorraden en een deel van de vaste activa en verkoopt in 1982 en 1983 andere activa met f 281 681 verlies. In 1982 zijn alle aandelen in X BV in handen van A, en later diens erfgenamen. In juni 1984 zijn de aandelen overgedragen aan een derde, C BV. Sedert 1985 onderneemt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.