FED 2006/52
De vrijstelling van art. 32, eerste lid, onderdeel 10, SW 1956 (lopende rentetermijnen), is niet van toepassing op nagelaten rente-STRIPS (rentecoupons, die zijn afgesplitst van de desbetreffende obligaties)
HR 17-02-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AT4931, m.nt. J.C. van Straaten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 2006
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Streefkerk
- Zaaknummer
40 994
- Noot
J.C. van Straaten
- LJN
AT4931
- JCDI
JCDI:ADS235261:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AT4931, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AT4931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2006
- Wetingang
Art. 32 SW 1956
Essentie
De vrijstelling van art. 32, eerste lid, onderdeel 10, SW 1956 (lopende rentetermijnen), is niet van toepassing op nagelaten rente-STRIPS (rentecoupons, die zijn afgesplitst van de desbetreffende obligaties)
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag successierecht 1996.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3 Beoordeling van het middel
3.1. Voor het Hof was primair in geschil of de vrijstelling van artikel 32, lid 1, onder 10, van de Successiewet 1956 (hierna: de Wet), van toepassing is op de erfrechtelijke verkrijging van zogenoemde STRIPS. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Daartegen keert zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.