BNB 2001/11
Mogelijkheid voor gebruik tot personenvervoer is ondergeschikt aan het gebruik voor vervoer van paarden en mist zelfstandige betekenis. Derhalve is het motorrijtuig niet ingericht voor personenvervoer
HR 25-10-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7845
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, Van; Vliet, Van; Amersfoort, Van; Lourens
- Zaaknummer
35 771
- LJN
AA7845
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7845, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑2000
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, onderdeel c, BPM 1992
Essentie
Mogelijkheid voor gebruik tot personenvervoer is ondergeschikt aan het gebruik voor vervoer van paarden en mist zelfstandige betekenis. Derhalve is het motorrijtuig niet ingericht voor personenvervoer
Samenvatting
Een motorrijtuig dat uit hoofde van zijn bouw kan dienen voor het vervoeren van personen langs de weg, dient te worden aangemerkt als een motorrijtuig ingericht voor het vervoer van personen, ook indien het tevens kan dienen voor andere doeleinden, tenzij de mogelijkheid tot personenvervoer ondergeschikt is aan het vervoer waarvoor het voertuig overigens dient en aldus geen zelfstandige betekenis heeft.
Het onderhavige voertuig bestaat uit een bestuurderscabine, een tussenruimte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.