FED 1993/786
Aanleg door een gemeente van gemeenschapsvoorzieningen geschiedt in de eerste plaats ter uitvoering van een overheidstaak, ook al bestaat enige samenhang met de exploitatie van een industrieterrein. Van concurrentieverstoring en/of -vervalsing bij de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen is geen sprake, aangezien deze zich slechts kunnen voordoen in de betrekkingen tussen personen en lichamen voorzover deze deelnemen aan het economisch verkeer.
HR 22-09-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5461, m.nt. W.A.P. Nieuwenhuizen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 1993
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, Van der; Moor, De; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, Van der
- Zaaknummer
28 973
- Noot
W.A.P. Nieuwenhuizen
- LJN
ZC5461
- JCDI
JCDI:ADS213327:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5461, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑1993
- Wetingang
Art. 7, derde lid, Wet OB 1968, art. 4, vijfde lid, Zesde EG-richtlijn inzake omzetbelasting
Essentie
Aanleg door een gemeente van gemeenschapsvoorzieningen geschiedt in de eerste plaats ter uitvoering van een overheidstaak, ook al bestaat enige samenhang met de exploitatie van een industrieterrein. Van concurrentieverstoring en/of -vervalsing bij de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen is geen sprake, aangezien deze zich slechts kunnen voordoen in de betrekkingen tussen personen en lichamen voorzover deze deelnemen aan het economisch verkeer.
Uitspraak
Het geschil betrof een naheffingsaanslag omzetbelasting 1983 t/m 1987 van f 11 957.
Vaststaat:
Belanghebbende, een gemeente, heeft in 1988 het industrieterrein in exploitatie genomen. Ter zake van het bouwrijp maken en de levering van de bouwrijpe grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.