FED 1997/19:Belanghebbende heeft zijn beroepschrift tegen de aan hem opgelegde aanslag in de premieheffing volksverzekeringen voor het jaar 1989 ingetrokken omdat de inspecteur aan zijn bezwaren is tegemoetgekomen. Bij die intrekking heeft belanghebbende Hof Amsterdam verzocht om de inspecteur te veroordelen in de door belanghebbende gemaakte proceskosten. Hof Amsterdam veroordeelt de inspecteur met gebruikmaking van art. 2, tweede lid, Besluit proceskosten fiscale procedures (tekst 1994). De Hoge Raad oordeelt dat een hof vrij is om al dan niet gewicht toe te kennen aan bijzondere omstandigheden. Indien bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, moeten deze in de uitspraak worden vermeld. De berekening van de vermindering hoeft niet afzonderlijk te worden gemotiveerd. Op een verzoek om verhoging van de proceskostenveroordeling wegens bijzondere omstandigheden hoeft een hof niet uitdrukkelijk in te gaan.

FED 1997/19

Belanghebbende heeft zijn beroepschrift tegen de aan hem opgelegde aanslag in de premieheffing volksverzekeringen voor het jaar 1989 ingetrokken omdat de inspecteur aan zijn bezwaren is tegemoetgekomen. Bij die intrekking heeft belanghebbende Hof Amsterdam verzocht om de inspecteur te veroordelen in de door belanghebbende gemaakte proceskosten. Hof Amsterdam veroordeelt de inspecteur met gebruikmaking van art. 2, tweede lid, Besluit proceskosten fiscale procedures (tekst 1994). De Hoge Raad oordeelt dat een hof vrij is om al dan niet gewicht toe te kennen aan bijzondere omstandigheden. Indien bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, moeten deze in de uitspraak worden vermeld. De berekening van de vermindering hoeft niet afzonderlijk te worden gemotiveerd. Op een verzoek om verhoging van de proceskostenveroordeling wegens bijzondere omstandigheden hoeft een hof niet uitdrukkelijk in te gaan.

Documentgegevens:

HR 30-08-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2060, m.nt. R.M.P.G. Niessen-Cobben

Instantie: Hoge Raad
Datum: 30 augustus 1996
Magistraten: Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
Zaaknummer: 30 881
Noot: R.M.P.G. Niessen-Cobben
LJN: AA2060
JCDI: JCDI:ADS226289:1
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1996:AA2060, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑08‑1996
Wetingang: Art. 5a, derde lid, Wet ARB jo. art. 2, tweede lid, Besluit proceskosten fiscale procedures (tekst 1994)

Essentie

Belanghebbende heeft zijn beroepschrift tegen de aan hem opgelegde aanslag in de premieheffing volksverzekeringen voor het jaar 1989 ingetrokken omdat de inspecteur aan zijn bezwaren is tegemoetgekomen. Bij die intrekking heeft belanghebbende Hof Amsterdam verzocht om de inspecteur te veroordelen in de door belanghebbende gemaakte proceskosten. Hof Amsterdam veroordeelt de inspecteur met gebruikmaking van art. 2, tweede lid, Besluit proceskosten fiscale procedures (tekst 1994). De Hoge Raad oordeelt dat een hof vrij is om al dan niet gewicht toe te kennen aan bijzondere omstandigheden. Indien bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, moeten deze in de uitspraak worden vermeld. De berekening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.