FED 1995/367
Liquidatieverliezen die eerst na het staken van de onderneming bij de verkoop van haar activa opkomen en in verband daarmee als verliezen van de gestaakte onderneming moeten worden aangemerkt, kunnen niet worden verrekend met winsten van volgende jaren, die niet ten goede zijn gekomen aan de vroegere aandeelhouders.
HR 22-03-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1559, m.nt. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Soest, van
- Zaaknummer
29 493
- Noot
P. van der Wal
- LJN
AA1559
- JCDI
JCDI:ADS224753:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1559, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑1995
- Wetingang
Art. 20 Wet Vpb. 1969
Essentie
Liquidatieverliezen die eerst na het staken van de onderneming bij de verkoop van haar activa opkomen en in verband daarmee als verliezen van de gestaakte onderneming moeten worden aangemerkt, kunnen niet worden verrekend met winsten van volgende jaren, die niet ten goede zijn gekomen aan de vroegere aandeelhouders.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 1989.
Vaststaat:
1.1. X BV werd opgericht in 1975. Sedert haar oprichting oefende belanghebbende een veemesterij uit aan de a-straat 1 te Q (gemeente R). Sedert 1979 exploiteerde zij tevens een slagerij aan de b-straat 1 te S. De statutaire ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.