BNB 1996/332
Proceskostenveroordeling ambtshalve toepassen
HR 15-07-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA2014
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Jansen, C.H.M.; Pos
- Zaaknummer
31168
- LJN
AA2014
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA2014, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑1996
- Wetingang
Art. 16, derde lid, AWR; art. 5a Wet ARB
Essentie
Proceskostenveroordeling ambtshalve toepassen
Samenvatting
Het Hof heeft niet ambtshalve onderzocht of de termijn voor navordering was overschreden. Het heeft de Inspecteur niet veroordeeld in de proceskosten omdat belanghebbende daarom niet had verzocht.
HR: het Hof was niet gehouden ambtshalve na te gaan op welk tijdstip de belastingschuld in de zin van art. 16, derde lid, AWR was ontstaan.
Indien een belanghebbende die wordt vertegenwoordigd door een beroepsmatig rechtsbijstand verlenende gemachtigde gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, moet de wederpartij in de, geen nadere opgaven behoevende, kosten van de beroepsmatig verleende rechtsbijstand worden veroordeeld, tenzij het oordeel gerechtvaardigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.