V-N 2004/53.18
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Kapitaalstorting. Afwaardering van vordering op gelieerde vennootschap komt ten laste van winst nu geen sprake is van bodemloze-putlening
Hof 's-Gravenhage 07-07-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:AP9605, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
7 juli 2004
- Magistraten
Savelbergh; Walderveen, van; Dirks
- Zaaknummer
03/0291
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AP9605
- JCDI
JCDI:ADS904095:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2004:AP9605, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 07‑07‑2004
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, Wet VPB 1969 jo. art. 7 Wet IB 1964
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING. INKOMSTENBELASTING Kapitaalstorting. Afwaardering van vordering op gelieerde vennootschap komt ten laste van winst nu geen sprake is van bodemloze-putlening
Samenvatting
Belanghebbende, X BV, houdt 75% van de aandelen in B, welke vennootschap enig aandeelhouder is van C. B en C vormen een fiscale eenheid. In 1995 verstrekt X BV leningen aan zowel B als C. In 1996 neemt C de schuld van B aan X BV over. In 1998 merkt X BV de vordering op C aan als oninbaar en brengt deze ten laste van haar winst.
Hof "s-Gravenhage verwerpt de stelling van de inspecteur dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.