GS Personen- en familierecht, art. 1:264 BW, aant. 10:10 De kinderrechter kan bepalen dat het verzoek schorsende werking heeft
GS Personen- en familierecht, art. 1:264 BW, aant. 10
10 De kinderrechter kan bepalen dat het verzoek schorsende werking heeft
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
mr. dr. K.A.M. van der Zon, actueel t/m 15-11-2023
Actueel t/m
15-11-2023
Tijdvak
01-01-2015 tot: -
Auteur
mr. dr. K.A.M. van der Zon
Vindplaats
GS Personen- en familierecht, art. 1:264 BW, aant. 10
De kinderrechter kan bepalen dat het ingediende verzoek schorsende werking heeft. De verzoeker zal dit nadrukkelijk in het verzoekschrift of tijdens de behandeling ter zitting moeten vragen. Nergens wordt in de wet enige termijn genoemd of anderszins (bijvoorbeeld met termen als ‘bij voorrang’ of ‘zo spoedig mogelijk’) aangegeven dat hier voortvarendheid gewenst is. De behandeling ter zitting kan even op zich laten wachten. De kinderrechter kan niet ambtshalve schorsende werking aan het verzoek toekennen. Een dergelijke bevoegdheid dient gebaseerd te zijn op een uitdrukkelijke wetsbepaling; die ontbreekt hier.
Volgens de Rechtbank Den Haag is deze bepaling een vreemde eend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Personen- en familierecht, art. 1:264 BW, aant. 10
10 De kinderrechter kan bepalen dat het verzoek schorsende werking heeft
mr. dr. K.A.M. van der Zon, actueel t/m 15-11-2023
15-11-2023
01-01-2015 tot: -
mr. dr. K.A.M. van der Zon
GS Personen- en familierecht, art. 1:264 BW, aant. 10
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
medische behandeling minderjarige
Burgerlijk Wetboek Boek 1 artikel 264
De kinderrechter kan bepalen dat het ingediende verzoek schorsende werking heeft. De verzoeker zal dit nadrukkelijk in het verzoekschrift of tijdens de behandeling ter zitting moeten vragen. Nergens wordt in de wet enige termijn genoemd of anderszins (bijvoorbeeld met termen als ‘bij voorrang’ of ‘zo spoedig mogelijk’) aangegeven dat hier voortvarendheid gewenst is. De behandeling ter zitting kan even op zich laten wachten. De kinderrechter kan niet ambtshalve schorsende werking aan het verzoek toekennen. Een dergelijke bevoegdheid dient gebaseerd te zijn op een uitdrukkelijke wetsbepaling; die ontbreekt hier.
Volgens de Rechtbank Den Haag is deze bepaling een vreemde eend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.