Stelplicht & Bewijslast (Archief)
Einde inhoudsopgave
Stelplicht & Bewijslast, commentaar op art. 7:294 BW:Nietigheid van opzegging van bedrijfsruimtehuur indien gronden ontbreken
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Einde inhoudsopgave
Stelplicht & Bewijslast, commentaar op art. 7:294 BW
Nietigheid van opzegging van bedrijfsruimtehuur indien gronden ontbreken
mr. W.L. Valk, actueel t/m 25-11-2017
25-11-2017
01-08-2003 tot: -
mr. W.L. Valk
Stelplicht & Bewijslast, commentaar op art. 7:294 BW
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Burgerlijk Wetboek Boek 7 artikel 294
Niet-vermelding van de opzeggingsgronden
Volgens de tekst van art. 7:294 BW is een opzegging door de verhuurder nietig, indien zij niet de gronden vermeldt die tot opzegging hebben geleid. In de bepaling mag en moet worden gelezen dat de opzegging van de verhuurder die geen gronden vermeldt, nietig is. Het is de partij die zich op de nietigheid beroept die volgens de hoofdregel van art. 150 Rv de stelplicht en bewijslast draagt van de omstandigheid dat de opzegging geen gronden vermeldt. Aan de bedoelde bewijslast zal die partij uiteraard eenvoudig kunnen voldoen door de opzeggingsbrief over te leggen (of als die door de wederpartij reeds is overgelegd, door daarnaar te verwijzen).
Naar het zich laat aanzien mag in art. 7:294 BW niet meer worden gelezen. Het bezigen van een valse opzeggingsgrond (in de zin dat de opzegging een andere grond vermeldt dan de werkelijke reden voor de opzegging) leidt niet tot nietigheid van de opzegging.1
Voetnoten
1.
HR 18 juni 1993, NJ 1993/614 (Rietveld/Geminiziekenhuis). Vergelijk Asser/Rossel & Heisterkamp 7-III 2016/599.