Einde inhoudsopgave
Waarschijnlijkheid van fiscale rechtsgevolgen (FM nr. 145) 2016/1.2
1.2 Methode van onderzoek
C. Bruijsten, datum 04-05-2016
- Datum
04-05-2016
- Auteur
C. Bruijsten
- JCDI
JCDI:ADS621718:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Ondanks dat het geen empirisch onderzoek is, zal ik hier en daar gebruikmaken van voorbeelden uit de praktijk om het theoretische verhaal wat inzichtelijker te maken.
Alhoewel ik mij beperk tot onzekere fiscale rechtsvindingsvraagstukken, kan mijn onderzoek ook interessant zijn voor andere rechtsgebieden. Het fiscale rechtsvindingsproces verschilt namelijk niet wezenlijk van rechtsvinding in andere rechtsgebieden.
Het schijnt dat met elke formule het aantal lezers van een boek halveert (zie S. Hawking, Het heelal, Amsterdam: Ooievaar Pockethouse 1995, p. 7 (voorwoord) en R. Dijkgraaf, Het hebgelijkteken, NRC 15 maart 2008, www.robbertdijkgraaf.com/pdf/Publicaties%20columns%20NRC/NRC_08_03_15_Het_hebgelijkteken.pdf, ook opgenomen in R. Dijkgraaf, Het nut van nutteloos onderzoek, Uitgeverij Bert Bakker 2012).
C. Bruijsten, Onzekerheid in fiscale rechtsvinding, 2016.
Mijn onderzoek is voornamelijk theoretisch van aard en in mindere mate praktijkgericht, alhoewel het wel degelijk implicaties heeft voor de wijze waarop we in de praktijk tegen onzekerheid aan zullen kijken. Het is geen experimenteel onderzoek en ook geen empirisch onderzoek.1 Ik geef ook geen beschrijving van het positieve recht. In plaats daarvan zou ik mijn onderzoek willen omschrijven als een multidisciplinair meta-juridisch onderzoek, waarbij ik een theoretische uiteenzetting probeer te geven van de genoemde problematiek. Het onderzoek is in die zin multidisciplinair dat ik mij niet beperk tot een puur fiscaal-juridisch onderzoek. De focus ligt wel op onzekerheden bij het oplossen van fiscale vraagstukken.2 Dit betekent dat ook puur fiscale leerstukken als dat van het pleitbare standpunt voorbij zullen komen. Waar ik dat relevant of nodig acht, zal ik echter ook verwijzen naar andere rechtsgebieden zoals het strafrecht waar men ook worstelt met onzekerheden. Bovendien bespreek ik relevante onderdelen van het jaarrekeningenrecht. Ten slotte maak ik ook gebruik van de wiskunde (zij het vrij basaal) in de vorm van verzamelingen, de waarschijnlijkheidsleer en de interpretaties daarvan.
Een belangrijk onderdeel van mijn onderzoek is dat ik een model van fiscale rechtsvinding zal opstellen. Daarbij maak ik overigens geen gebruik van waarnemingen uit de praktijk zoals observaties op de werkvloer van fiscale rechtsvinders. Zoals gezegd: het is geen empirisch onderzoek. Ik beperk mij daarentegen tot het opstellen van een theoretisch model van fiscale rechtsvinding welke enkel als doel heeft om de onzekerheid ten aanzien van de mogelijke rechtsgevolgen in rechtsvindingsvraagstukken te kunnen analyseren.
Mijn onderzoeksmateriaal bestaat uit literatuur van verschillende wetenschapsgebieden. Uiteraard zal ik gebruikmaken van fiscale literatuur, maar ook van literatuur op het gebied van het strafrecht. Ik zal ook gebruikmaken van literatuur van andere vakgebieden, en dan met name op het gebied van de wiskunde. Ik zal overigens slechts gebruikmaken van wiskundige inzichten en technieken voor zover deze kunnen helpen bij het opstellen van een model van het fiscale rechtsvindingsproces en de analyse van de waarschijnlijkheid van de mogelijke uitkomsten van fiscale rechtsvindingsvraagstukken. Daarbij ontkom ik er niet aan om hier en daar een wiskundige formule in mijn betoog op te nemen.3 De reden waarom ik dat doe, is omdat ik denk dat de wiskunde bruikbare instrumenten biedt waarmee ik mijn model vorm kan geven. Het aantal wiskundige formules heb ik echter tot een minimum beperkt. In mijn proefschrift4 heb ik een aantal onderdelen – vooral ten aanzien van de waarschijnlijkheidsleer – wat dieper uitgewerkt. Daarvoor verwijs ik dus naar mijn proefschrift.
Wel moet worden bedacht dat waarschijnlijkheid toch vooral een wiskundig onderzoeksterrein is. Ik zal echter ook laten zien dat alhoewel de wiskunde enkele interessante instrumenten biedt om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop wij onzekerheden kunnen inschatten, het uiteindelijk niet mogelijk is om de stellingen van de waarschijnlijkheidsleer te gebruiken om exacte waarschijnlijkheidswaarden te berekenen voor de uitkomsten van onzekere fiscale rechtsvindingsvraagstukken.
Ik zal de in mijn onderzoek gebruikte termen waar nodig nader toelichten om begripsverwarring te voorkomen. Termen als eenvoudige gevallen en moeilijkegevallen worden veelvuldig gebruikt in de juridische literatuur. Ik zal deze termen ook gebruiken, maar niet noodzakelijkerwijs met exact dezelfde betekenis als elders in de literatuur. Ik ontkom er dus niet aan om mijn eigen definities te formuleren. De kern van mijn betoog is het fiscale rechtsvindingsproces. Rechtsvinding is een term die eveneens veelvuldig wordt gebruikt in de literatuur. Om aan te geven in welke betekenis ik dat begrip in mijn onderzoek gebruik, zal ik het uitgebreid bespreken. Een andere term die veelvuldig in mijn onderzoek terug zal komen, is bewijs. Ook deze term krijgt bij mij een eigen invulling.
Omdat een groot deel van de aangehaalde literatuur Engelstalig is, heb ik bij inhoudelijk relevante termen tussen haakjes de Engelse vertaling vermeld. Het idee daarachter is dat lezers die bekend zijn met de Engelstalige literatuur direct kunnen zien welke term ik gebruik en deze zowel in de context van mijn betoog als in de context van de aangehaalde literatuur kunnen begrijpen.
In mijn betoog zal ik bovendien een groot aantal voorbeelden opnemen. Dit zijn voorbeelden die aansluiten bij de fiscale praktijk. De voorbeelden dienen enkel en alleen ter illustratie van mijn betoog. Ze zijn niet bedoeld om een uitputtende materiële analyse te geven van het fiscale vraagstuk dat in het voorbeeld is opgenomen. Voor antwoorden op materiële fiscale vraagstukken verwijs ik naar de vakliteratuur daaromtrent.
Op een aantal plaatsen gebruik ik letters uit het Griekse alfabet, bijvoorbeeld om een element, een verzameling van elementen of een logische formule weer te geven. Naar mijn idee kan een notatie met dergelijke symbolen verhelderend werken. Hieronder volgt het Griekse alfabet. De door mij gebruikte letters heb ik aangegeven met een sterretje (*).
A
α
alfa
B
β
beta
*
Γ
γ
gamma
Δ
δ
delta
E
ε
epsilon
Z
ζ
zèta
H
η
èta
Θ
θ
thèta
I
ι
iota
K
κ
kappa
Λ
λ
lambda
M
μ
mu
N
ν
nu
Ξ
ξ
xi
O
o
omikron
Π
π
pi
P
ρ
rho
*
Σ
σ
sigma
T
τ
tau
Y
υ
ypsilon
*
Φ
φ
phi
*
X
χ
chi
*
Ψ
ψ
psi
*
Ω
ω
omega