GS Personen- en familierecht, art. 1:266 BW, aant. 9:9 Toepassing van de criteria in de uitspraak van de Hoge Raad van 4 april 2008
GS Personen- en familierecht, art. 1:266 BW, aant. 9
9 Toepassing van de criteria in de uitspraak van de Hoge Raad van 4 april 2008
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Documentgegevens:
dr. J.I. Huijer, actueel t/m 20-09-2024
Actueel t/m
20-09-2024
Tijdvak
01-01-2015 tot: -
Auteur
dr. J.I. Huijer
Vindplaats
GS Personen- en familierecht, art. 1:266 BW, aant. 9
Op grond van de uitspraak van de Hoge Raad van 4 april 2008 (vorige aantekening), de toepassing waarvan volgens de wetgever na 1 januari 2015 voortgezet dient te worden is de bereidheid van de ouder om het kind bij pleegouders te laten opgroeien niet een doorslaggevend verweer tegen een verzoek om gezagsbeëindiging. Of gezagsbeëindiging aan de orde is dient in het licht van alle omstandigheden te worden beoordeeld. De bereidheid van de ouder kan wel invloed hebben op de vraag of de minderjarige onzekerheid ervaart over zijn opvoedperspectief. Daarnaast moet worden opgemerkt dat indien de bereidheid een duurzaam karakter heeft, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
GS Personen- en familierecht, art. 1:266 BW, aant. 9
9 Toepassing van de criteria in de uitspraak van de Hoge Raad van 4 april 2008
dr. J.I. Huijer, actueel t/m 20-09-2024
20-09-2024
01-01-2015 tot: -
dr. J.I. Huijer
GS Personen- en familierecht, art. 1:266 BW, aant. 9
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
ontheffing ouderlijk gezag
Burgerlijk Wetboek Boek 1 artikel 266
Op grond van de uitspraak van de Hoge Raad van 4 april 2008 (vorige aantekening), de toepassing waarvan volgens de wetgever na 1 januari 2015 voortgezet dient te worden is de bereidheid van de ouder om het kind bij pleegouders te laten opgroeien niet een doorslaggevend verweer tegen een verzoek om gezagsbeëindiging. Of gezagsbeëindiging aan de orde is dient in het licht van alle omstandigheden te worden beoordeeld. De bereidheid van de ouder kan wel invloed hebben op de vraag of de minderjarige onzekerheid ervaart over zijn opvoedperspectief. Daarnaast moet worden opgemerkt dat indien de bereidheid een duurzaam karakter heeft, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.