NJB 2020/294:Proceskostenveroordeling. Vervolg op HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2071 (rechthebbende op Benelux-merken voor wodka). Hoge Raad: 1. Beslissing van feitelijke aard. De begroting van proceskosten is een beslissing van feitelijke aard die geen motivering behoeft. De Indicatietarieven vormen geen recht in de zin van art. 79 RO. 2. IE-zaken. Significant en passend deel van de redelijke kosten. Het maximumbedrag van de Indicatietarieven (€ 40.000) kan in dit geval niet worden beschouwd als ‘een significant en passend deel van de redelijke kosten’ als bedoeld in de rechtspraak van het HvJEU over de Handhavingsrichtlijn. De Hoge Raad wijst het dubbele toe