NJ 2015/60
Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt onvoldoende gemotiveerd weerlegd.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:953, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, N. Jörg
- Zaaknummer
13/01168
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97174:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2013
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft onvoldoende gemotiveerd waarom het, in afwijking van hetgeen de raadsvrouw had aangevoerd, geloof hechtte aan de bekennende verklaringen van de verdachte, gelet op de volgende omstandigheden: het betreft een zeer ernstig misdrijf (doodslag), de bewezenverklaring steunt in belangrijke mate op de bekennende verklaringen van de verdachte die zij nadien heeft ingetrokken, de verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken omdat de rechtbank niet overtuigd was van verdachte’s schuld, het hof wilde — anders dan de A-G — de verklaringen van de verdachte niet doen onderzoeken door een rechtspsycholoog, de A-G heeft vrijspraak gevorderd en het hof achtte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.