RvdW 2014/1080
Afwijzing verzoek om medeverdachte (opnieuw) als getuige op te roepen en afwijzing verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJEU.
HR 16-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2839
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
13/04396
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Gezondheidsrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2839, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1575, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2013
Essentie
Afwijzing verzoek om medeverdachte (opnieuw) als getuige op te roepen en afwijzing verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJEU.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, van 3 februari 2012, nummer 22/004389-05, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. A.B.G.T. von Bóné, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te ‘s-Gravenhage heeft bij arrest van 3 februari 2012 de verdachte ter zake van “medeplegen van opzettelijke overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 3, vierde lid, van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.