De in bijlage I opgenomen foto’s betreffen afbeeldingen van de kruising van de Bornsestraat en de Dr. A. Kuyperstraat in Hengelo (Overijssel) en van de exacte plaats waar de in bewijsmiddel 5 genoemde twaalf kogelhulzen zijn aangetroffen.
HR, 03-10-2017, nr. 16/00996
ECLI:NL:HR:2017:2545
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
03-10-2017
- Zaaknummer
16/00996
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:2545, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2017; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:1011, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2017:1011, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2017
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:2545, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 03‑10‑2017
Inhoudsindicatie
Meermalen medeplegen van poging tot doodslag. Falende bewijsmotiveringsklachten. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 16/00932.
Partij(en)
3 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/00996
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 16 februari 2016, nummer 21/005349-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 oktober 2017.
Conclusie 04‑07‑2017
Inhoudsindicatie
Meermalen medeplegen van poging tot doodslag. Falende bewijsmotiveringsklachten. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 16/00932.
Nr. 16/00996 Zitting: 4 juli 2017 | Mr. T.N.B.M. Spronken Conclusie inzake: [verdachte] |
De verdachte is bij arrest van 16 februari 2016 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem wegens “medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
Deze zaak hangt samen met de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte] , die onder nr. 16/00932 bij de Hoge Raad aanhangig is. In de genoemde samenhangende zaak zal ik vandaag eveneens concluderen.
Namens de verdachte heeft mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, twee middelen van cassatie voorgesteld.
De voorgestelde middelen hebben beide betrekking op de bewezenverklaring van het meermaals medeplegen van een poging tot doodslag. Het gaat in deze zaak om een beschieting van de inzittenden van een personenauto van het merk Mercedes-Benz die op 19 mei 2012 in Hengelo heeft plaatsgevonden. In de toelichting op het eerste middel wordt betoogd dat uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de personen die op de Mercedes-Benz hebben geschoten dezelfde personen zijn als de personen die in de bewijsmiddelen als inzittenden van een taxi van taxibedrijf [A] worden aangeduid. Het tweede middel richt zich tegen de bewezenverklaring van het (voorwaardelijk) opzet op de dood van de inzittenden van de beschoten auto. Alvorens de middelen afzonderlijk te bespreken, geef ik hieronder eerst de genoemde bewezenverklaring, de gebezigde bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen van het hof weer.
4.1. Ten laste van de verdachte is bewezen verklaard dat:
“hij op 19 mei 2012, in de gemeente Hengelo (O), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een persoon, genaamd [betrokkene 1] , en een persoon, genaamd [betrokkene 2] , en een persoon, genaamd [betrokkene 3] , van het leven te beroven, met dat opzet kogels heeft afgevuurd in de richting van de auto, waarin [betrokkene 1] en genoemde [betrokkene 2] en genoemde [betrokkene 3] waren gezeten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.”
4.2. Deze bewezenverklaring steunt op de inhoud van de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 98 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 19 mei 2012 tussen 3.00 uur en 4.27 uur hebben wij een onderzoek ingesteld waarbij het volgende is bevonden. Op 19 mei 2012 kregen wij het verzoek van het regionaal meldcentrum Twente om te gaan naar het Dr. A. Kuypersplein. Aldaar zou zeven à acht keer geschoten zijn en er zou een taxi zijn weggereden in de richting van de Mr. P.J. Troelstrastraat. Wij zijn aangereden vanaf de Bornsestraat en zijn rechtsaf gegaan de Dr. A. Kuyperstraat op. Op deze t-splitsing werden wij aangesproken door [betrokkene 4] . Hij vertelde dat hij schoten had gehoord en hij had een blauwe taxi zien rijden in de richting van de Mr. P.J. Troelstrastraat.
Wij, verbalisanten kregen te horen dat de plaats delict waarschijnlijk de Dr. A. Kuyperstraat zou zijn. Vervolgens zijn wij teruggereden naar de Dr. A. Kuyperstraat. Aldaar troffen wij wederom [betrokkene 4] . Hij vertelde ons dat hij enkele hulzen op de grond had zien liggen en hij wees in de richting van de t- splitsing van de Dr. A. Kuyperstraat en de Bornsestraat. Hieruit blijkt dat wij dus over de plaats delict zijn gereden. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb bij twaalf hulzen een pijltje gelegd.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (als bijlage op pagina 150-152 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 25 mei 2012 werd door mij het telefoongesprek tussen melder [betrokkene 1] en het personeelslid van de meldkamer van de politie Twente uitgeluisterd en uitgewerkt. Het gesprek ving aan op 19 mei 2012 om 03.01 uur.
M= aangever [betrokkene 1] .
C= Centralist meldkamer Twente. p.150
C: Meldkamer politie Twente.
M: Ja. [betrokkene 1] hier. Er is een schietpartij hier.
C: Waar?
M: Op de Bornsestraat? En ze rijden in een taxi [A] en ze gaan nou de A 1 snelweg op richting Almelo.
C: welke plaats spreken we over?
M: Hengelo Overijssel.
C: En wat is er precies gebeurd?
M: Mensen die schoten op ons. En die zitten nou op de Al richting Almelo.
C: Waar schoten ze mee dan?
M: Ja. met pistool natuurlijk (...) Ik rij nu achter hen aan. Ik zit op de A 1 richting Almelo.
p. 152
M: Ik zie uw collega’s achter mij. Ik weet precies waar ze naar toe rijden (...) Achter mij zijn uw collega’s. Dat ben ik. Met de Mercedes C-klasse.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 8 oktober 2014 opgemaakt door de raadsheer-commissaris strafzaken in dit hof, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 5] :
Het klopt dat ik de bestuurder was van een donkere Saab op 19 mei 2012. Die Mercedes reed achter mij aan en niet achter de taxi aan zoals anderen hebben verklaard. Tot aan Almelo is de Mercedes achter mij aan gegaan. Toen ik Almelo inreed zag ik overal politie staan. Ik begrijp dat de politie uit keek naar de taxi, want de bestuurder van de Mercedes belde kennelijk met de politie en zei dat hij een taxi achterna zat.
4. Kennisgeving van inbeslagneming (als bijlage op pagina 337 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Inbeslagneming
Datum en tijd: 19 mei 2012
Omstandigheden: betrokken bij schietincident
Volgnummer 1
Voertuig: personenauto
Merk/type: Mercedes-Benz C 200, Cdi; comb.
Kenteken: [AA-00-BB]
5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek (als bijlage op pagina 273-276 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Op 19 mei 2012 werd door ons een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een vermoedelijke poging tot doodslag, gepleegd op 19 mei 2012 te 02.59 uur. Op 19 mei 2012 kregen wij van de meldkamer het verzoek te gaan naar de kruising Dr. A. Kuyperstraat en Bornsestraat in Hengelo (Ov). Wij zagen dat er op de genoemde kruising een twaalftal hulzen lag. De hulzen zijn door ons gemarkeerd met nummers en vervolgens veiliggesteld - zie foto’s 04 t/m 06 -. Markeringsbordjes 1 en 3 t/m 5 betreft hulzen 7,65 mm en markeringsbordjes 2 en 6 t/m 12 betreft 9 mm.
In totaal troffen wij vier 7,65 mm hulzen en acht 9 mm hulzen aan. Zie ook foto 05. De 7,65 mm hulzen zijn in deze foto in een vierkant groen kader geplaatst. Omstreeks 10.30 uur werden wij aangesproken door de bewoner van perceel [a-straat 1] te Hengelo. Hij verklaarde een gat in een kunststofraam te hebben aan de voorzijde van zijn woning op de eerste verdieping. Wij zagen dat er een mogelijk inschotopening in het raamkozijn zat. Het projectiel zagen wij niet zitten op dat ogenblik. Op 1 juni 2012 is door mij, [verbalisant 4] , met behulp van een videoscoop een vervolgonderzoek ingesteld. Ik zag dat er in het kozijn een projectiel lag, links van het gat gezien vanaf de straatzijde. Het projectiel is door mij veiliggesteld.
Op 19 mei 2012 omstreeks 8.30 uur hebben wij een onderzoek ingesteld bij een personenauto, Mercedes 190, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] [het hof begrijpt, gelet op de kennisgeving van inbeslagneming op pagina 337 van het dossier, dat is bedoeld: [AA-00-BB] ). Aan de linkerzijde van de achterbumper zagen wij een gat zitten. Aan de achterzijde van de achterbumper zat isolatiemateriaal. Wij zagen dat er in het isolatiemateriaal ook een gat zat. Bij dit gat in de bumper zagen wij een beschadiging zitten die mogelijk ontstaan kan zijn door een projectiel. In de kunststofkokerbalk net achter het bestuurdersportier zagen wij een gat zitten. Wij zagen dat de metalenkokerbalk recht achter dit gat ook beschadigd was. Wij zagen dat er in de kunststofkokerbalk een vervormd projectiel lag dat voor nader onderzoek is veiliggesteld.
In overleg met het tactische team en de behandelend officier van justitie D. van den Berg is besloten om de hulzen en de projectielen in te zenden naar het NFI voor een DNA-onderzoek en een vergelijkend munitieonderzoek. Voor de uitslagen van het onderzoek wordt verwezen naar het rapport van het NFI 2012.08.27.111 aanvraagnummers 001 en 002.
6. De als bijlage bij het onder 5. genoemde proces-verbaal gevoegde foto’s 04, 05 en 06, dossier pagina 283-284, voor zover inhoudende:
Zie bijlage I.1.
7. Het deskundigenrapport ‘munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Hengelo op 19 mei 2012’ opgemaakt op 4 oktober 2012 door ing. P.J.M. Pauw- Vugts, werkzaam als gerechtelijk deskundige bij het Nederlands Forensisch Instituut in Den Haag, genummerd 2012.08.27.111, aanvraagnummer 001, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven
Te onderzoeken materiaal.
SIN Omschrijving SVO’s zoals op aanvraag
AAEZ0750NL huls 1
AAEZ0751NL huls 2
AAEZ0752NL huls 3
AAEZ0753NL huls 4
AAEZ0754NL huls 5
AAEZ0755NL huls 6
AAEZ0756NL huls 7
AAEZ0757NL huls 8
AAEZ0758NL huls 9
AAEZ0759NL huls 10
AAEZ0760NL huls 11
AAEZ0761NL munitie
AAEZ0779NL munitie uit dorpel pers. auto [AA-00-BB]
AAEZ0780NL munitie kozijn [a-straat 1] .
Toelichting: SVO [AAEZ0761NL] wordt in verdere rapportage omschreven als huls. De stukken [AAEZ0779NL en -80NL] worden verder omschreven als kogels.
De aangeboden munitiedelen zijn van twee verschillende kalibers en worden verder op grond hiervan in twee groepen behandeld.
De hulzen [AAEZ0750NL, -52NL, -53NL en -54NL] zijn van het kaliber 7,65 mm Browning. In de hulzen bevinden zich sporen die veroorzaakt zijn tijdens het verschieten uit een vuurwapen. De messingkleurige volmantelkogels [AAEZ0779NL en -80NL] hebben een massa van resp. 4,59 en 4.00 gram. Gezien deze massa’s en de uiterlijke kenmerken passen de kogels het best bij het kaliber 7,65mm Browning.
Gezien de bodemstempels en de afmetingen zijn de hulzen [AAEZ0751NL, -55NL t/m -61NL] van het kaliber 9mm Parabellum. In de hulzen bevinden zich sporen die veroorzaakt zijn tijdens het verschieten uit een vuurwapen.
Conclusie
De verschoten munitiedelen zijn afkomstig uit minimaal twee verschillende wapens.
Voor de vier hulzen [AAEZ0750NL, -52NL, -53NL en -54NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: de hulzen zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen.
Hypothese 2: de hulzen zijn verschoten met meerdere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
De bevindingen van het vergelijkend huisonderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is, dan wanneer hypothese 2 juist is.
Voor de acht hulzen [AAEZ0751NL, -55NL t/m -61NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 5: de hulzen zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen.
Hypothese 6: de hulzen zijn verschoten met meerdere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
De bevindingen van het vergelijkend huisonderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 5 juist is, dan wanneer hypothese 6 juist is.
8. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina 103-104 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 1] :
Op 19 mei 2012 zijn we vertrokken richting Hengelo. Wij reden in mijn auto, een Mercedes C-klasse. Ik reed en [betrokkene 3] zat voorin. Onderweg hebben we gebeld met [betrokkene 2] . Wij reden vervolgens naar [B] in Hengelo. Daar kwamen wij aan tegen 1.30 uur. Ik liep de zaak uit en ben in de auto gestapt. Ik heb tegen [betrokkene 3] en [betrokkene 2] gezegd dat ze in de auto moesten blijven. Ik ben toen gelijk weggereden. Ik zag voor mij een taxi rijden. Dat was een Ford stationcar van Taxi [A] . Wij kwamen aan bij de Bornsestraat. Ineens stopte de taxi voor mij. Ik zag dat iemand voor mijn auto stond en dat hij een vuurwapen in zijn hand had en hiermee gericht op mij begon te schieten. Ik hoorde op dat moment ook van achteren het geluid komen alsof er werd geschoten. Op dat moment zaten wij met z’n drieën allemaal nog in de auto.
9. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 115-116 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 3] :
Ik ben vanavond met [betrokkene 1] naar eetcafé [B] in Hengelo gereden. [betrokkene 1] reed in de auto, een donkerkleurige Mercedes. Onderweg naar Hengelo belde ik [betrokkene 2] . Ik heb niet gezien wat er binnen bij [B] gebeurde maar ik zag dat [betrokkene 1] na ongeveer 5 minuten weer naar buiten kwam. Hij zei dat ik in de auto moest gaan. [betrokkene 1] stapte in de auto en zei verder niets. Ik zag dat een Saab en een taxi van [A] Taxi, een Ford stationcar, achter ons aan kwamen rijden. Op de Bornsestraat stopten de auto’s. Ik hoorde pistoolschoten en zag in een flits die mannen staan. Ik weet niet hoe vaak er geschoten is, maar wel heel vaak.
10. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 125-126 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 2] :
Vanavond was ik op pad met [betrokkene 1] en [betrokkene 3] . [betrokkene 1] reed in de auto, een Mercedes. Bij [B] heeft [betrokkene 1] de auto voor de deur geparkeerd en is naar binnen gegaan. Ik ben met [betrokkene 3] in de auto gebleven. [betrokkene 1] kwam naar buiten en is snel weggereden. Ik zag dat een taxi van het merk Ford, van [A] Taxi, achter ons aan reed. Op de Bornsestraat werden wij ingehaald door de taxi. De taxi werd stilgezet en er stapten twee of drie mannen uit de auto. Ik hoorde dat er schoten vielen. Ik denk dat ik zeker wel tussen de 10 en 15 schoten heb gehoord. Hieruit leid ik af dat er meerdere personen hebben geschoten, omdat de knallen kort achter elkaar kwamen.
11. Het proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 18 juli 2014 opgemaakt door de raadsheer-commissaris strafzaken in dit hof, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 2] :
[betrokkene 1] haalde op een gegeven moment de taxi in. De taxi stopte hierop aan de rechterkant van de weg. [betrokkene 1] is hierop gedraaid en reed snel en slingerend in de richting van de taxi. Hij zei tegen ons: ‘Bukken, ze gaan schieten!’ Ik hoorde op dat moment knallen.
12. De in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van verhoor (als bijlagen op pagina 164-177 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 6] :
p. 164
Ik werk als taxichauffeur bij taxi [A] in Hengelo. Ik werd gebeld door de centrale. Ik moest iemand ophalen aan de Schumannstraat in Hengelo. Die persoon stapte bij mij in de auto. Hij ging naast mij zitten en zei tegen mij: rij maar richting de stad.
p. 168-169
[betrokkene 3] is een klant van ons. Dat is de betreffende meneer. Er zaten twee personen meer in de auto. Toen ik stilstond stapten alle drie de personen uit en daarna hoorde ik knallen. Ik zag dat de passagiers die op de achterbank zaten wegliepen van de taxi. Volgens mij is [betrokkene 3] bij de taxi blijven staan.
p. 171-172
Ik stond zelf met de auto van de Bornsestraat afgedraaid. Ik stond al deels in een zijweg waarvan ik de naam niet meer weet (het hof begrijpt: de Dr. A. Kuyperstraat). Ik ben in de auto blijven zitten. Ik denk dat de auto die achter mij reed en waarop geschoten is niet stil heeft gestaan.
p. 177
Ik zag dat de zwarte auto achter mij aan kwam. Ik weet nu, dat is mij verteld, dat dit een Mercedes C-klasse was. Ik ben de Bornsestraat op gereden. Bij de Dr. A. Kuyperstraat werd gezegd: hier snel rechts. De zwarte auto reed voorbij. Mijn klanten stapten uit, ik hoorde meerdere auto’s. De zwarte auto was blijkbaar gekeerd. Nadat ik was afgeslagen de Dr. A. Kuyperstraat in en stilstond zijn mijn klanten direct uitgestapt. Ik hoorde kort daarop schoten.
13. Het proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 25 juli 2014 opgemaakt door de raadsheer-commissaris strafzaken in dit hof, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 6] :
Ik was bij het schietincident, ongeveer twee jaar geleden in Hengelo. Alle inzittenden zijn toen uitgestapt. De forse man, [betrokkene 3] , stond naast de taxi. Hij stond volgens mij ook gebukt toen ik hem zag. In de auto zaten [verdachte] , [medeverdachte] en [betrokkene 3] . Ik hoorde de schoten nadat de personen die bij mij in de taxi zaten waren uitgestapt.
14. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 186 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [verdachte] :
Ik ging achterin de taxi zitten. [medeverdachte] zat ook bij mij achterin. Naast de taxichauffeur zat ‘dikkertje’ [betrokkene 3] .
15. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 191-192 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende — zakelijk weergegeven - als verklaring van [verdachte] :
Ik zat samen met [medeverdachte] en de dikke in de taxi. Wij reden op de Bornsestraat rechtdoor de Moonlight voorbij. We zijn bij een kruispunt gestopt. We zeiden tegen de chauffeur dat hij af moest. Hij sloeg af en we hebben gezegd: stoppen. We zijn gestopt en we zijn direct uitgestapt, alle drie. [medeverdachte] en ik zijn naar de weg gelopen. De Mercedes reed eerst voorbij over de Bornsestraat. Hij heeft verderop op de Bornsestraat gekeerd en kwam terug rijden.
16. De als bijlage bij het onder 15. genoemde proces-verbaal gevoegde tekening, dossier pagina 195, voor zover inhoudende:
Zie bijlage II.2.
17. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 198 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [verdachte] :
Vraag verbalisanten: In een vorige verklaring sprak u over ene [medeverdachte] . Wij tonen u nu een foto van een persoon. Is dit de foto van de persoon die u in uw verklaringen [medeverdachte] noemde?
Antwoord verdachte: Ja. Dat is hem.
18. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (als bijlage op pagina 245 van het proces-verbaal genummerd PL05GB 2012049971) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte] :
Vraag verbalisanten: We hebben [verdachte] een foto laten zien van jou, [verdachte] herkent je. Antwoord verdachte: Ja, dat kan.
Opmerking verbalisanten: [verdachte] herkent je als [medeverdachte] , hij herkent je van de foto. Wij weten dat degene op de foto jij bent, [medeverdachte] .
19. Het proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 18 juli 2014 opgemaakt door de raadsheer-commissaris strafzaken in dit hof, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 3] :
Ik zat op 19 mei 2012 in een taxi samen met [medeverdachte] en [verdachte] en natuurlijk de taxichauffeur. Ik zat voorin naast de chauffeur, [medeverdachte] en [verdachte] zaten achterin. Ik gaf de chauffeur aan dat hij een zijstraatje moest inrijden. We stopten daar. [medeverdachte] en [verdachte] stapten uit de auto. Ik stapte zelf ook uit.”
4.3. Het bestreden arrest bevat daarnaast de volgende nadere bewijsoverwegingen:
“Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
Op 19 mei 2012 komt bij de meldkamer van de politie Twente een melding binnen dat er meerdere malen zou zijn geschoten op de Dr. A. Kuyperstraat te Hengelo en dat de dader in een taxi in de richting van Almelo zou rijden. Op aanwijzen van een getuige werd op de kruising van de Bornsestraat met de Dr. A. Kuyperstraat een aantal patroonhulzen aangetroffen.
Kort na de melding werd door aangever [betrokkene 1] telefonisch contact opgenomen met de meldkamer. [betrokkene 1] vertelde dat hij was beschoten in Hengelo. De daders zaten in een taxi van het bedrijf [A] . [betrokkene 1] meldde dat hij als bestuurder van zijn Mercedes op dat ogenblik een auto achtervolgde, waarin volgens hem de daders zaten. Later bleek dat hij niet de taxi achtervolgde, maar een auto bestuurd door [betrokkene 5] .
Bij forensisch sporenonderzoek zijn op de Bornsestraat, bij de kruising met de Dr. A. Kuyperstraat, hulzen aangetroffen van twee verschillende kalibers, te weten vier hulzen van 7,65 mm Browning en acht hulzen van 9 mm Parabellum. Kijkend vanuit de Dr. A. Kuyperstraat richting de Bornsestraat lagen de hulzen 7,65 mm Browning aan de linkerkant. Acht van de negen hulzen 9 mm Parabellum lagen aan de rechterkant.
In de linkerzijde van de achterbumper van de Mercedes, de auto die bestuurd werd door aangever [betrokkene 1] , werd een gat aangetroffen met kenmerken die passen bij een gat dat is veroorzaakt door een projectiel. In de dorpel aan de bestuurderszijde werd zowel een gat als een kogel aangetroffen. Verder werd een kogel aangetroffen in een raamkozijn van een woning aan de [a-straat 1] gelegen tegenover de Dr. A. Kuyperstraat. Uit munitieonderzoek van het NFI blijkt dat deze kogels het best passen bij kaliber 7,65 mm Browning. Verder blijken de bevindingen bij het munitieonderzoek zeer veel waarschijnlijker als de vier hulzen van 7,65 mm Browning zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen dan met meerdere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Dit geldt ook voor de acht hulzen 9 mm Parabellum.
[betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] hebben verklaard dat zij in een auto zaten die werd bestuurd door [betrokkene 1] en dat zij op de Bornsestraat in Hengelo zijn beschoten. Zij reden op het moment van de beschieting langs de Dr. A. Kuyperstraat aan hun linkerzijde.
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met ‘ [medeverdachte] ’ en een dikke man (het hof begrijpt: [betrokkene 3] ) in een taxi zat. Nadat de taxichauffeur bij een kruising op de Bornsestraat afsloeg, hebben ze tegen de chauffeur gezegd dat hij moest stoppen. [verdachte] heeft op een tekening aangegeven dat de taxi stilstond op de Dr. A. Kuyperstraat en dat de Mercedes zich op de Bornsestraat bevond. [verdachte] verklaarde verder dat ze alle drie zijn uitgestapt en dat ‘ [medeverdachte] ’ en hij naar de weg zijn gelopen. In een later verhoor wordt aan [verdachte] een foto getoond van verdachte [medeverdachte] . [verdachte] verklaart dat dit de persoon is die hij ‘ [medeverdachte] ’ noemt.
[betrokkene 3] heeft verklaard dat hij op 19 mei 2012 samen met [verdachte] en [medeverdachte] in een taxi heeft gezeten. Hij zat zelf voorin en [medeverdachte] en [verdachte] zaten achterin.
[betrokkene 6] heeft bij de politie verklaard dat hij werkzaam is als taxichauffeur bij [A] in Hengelo en een taxi bestuurde waarin [betrokkene 3] en twee andere personen zaten. [betrokkene 3] zat naast hem. [betrokkene 6] verklaarde dat hij de Dr. A. Kuyperstraat in is gereden en daar stil ging staan. Toen hij stilstond, stapten alle drie de personen uit en kort daarna hoorde hij knallen. [betrokkene 6] zag dat de passagiers die op de achterbank zaten, wegliepen van de taxi en dat [betrokkene 3] bij de taxi is blijven staan. Bij de raadsheer-commissaris heeft [betrokkene 6] verklaard dat de inzittenden van de taxi zijn uitgestapt en dat de forse man, [betrokkene 3] , gebukt naast de taxi stond.
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat [verdachte] , [medeverdachte] en [betrokkene 3] op 19 mei 2012 in een taxi hebben gezeten die bestuurd werd door [betrokkene 6] en dat de taxi op de Bornsestraat in Hengelo is afgeslagen de Dr. A. Kuyperstraat in. Daar is de taxi gestopt.
[verdachte] en [medeverdachte] zijn uitgestapt en zijn van de taxi weggelopen naar de Bornsestraat, waarna er is geschoten. Het hof leidt uit de verdeling van de hulzen op straat af dat er met twee verschillende wapens op twee verschillende plaatsen moet zijn geschoten. Niet is aannemelijk dat er door één persoon met twee verschillende wapens is geschoten. Gegeven de rijrichting van de Mercedes op het moment van schieten is uit de plaats van de hulzen in relatie tot de plaats van de kogelinslagen in de Mercedes en de inslag in het kozijn van het tegenoverliggende woonhuis aan de [a-straat 1] af te leiden dat de schoten zijn afgevuurd vanuit de richting van de Dr. A. Kuyperstraat in de richting van de Mercedes waarin zich op dat ogenblik [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] bevonden. In het gehele onderzoek is niets aangetroffen dat erop wijst dat er vanuit de Mercedes in de richting van de taxi en de Dr. A. Kuyperstraat zou zijn geschoten. Weliswaar is er een kogelfragment aangetroffen bij de woning aan de Bornsestraat 88 maar hieraan hecht het hof geen betekenis, nu geen inslag is gevonden en dit fragment pas 12 dagen na het schietincident is aangetroffen.
De hulzen, van verschillend kaliber, zijn gegroepeerd aangetroffen op en aan de rand van de Bornsestraat en niet op de Dr. A. Kuyperstraat, waar de taxi geparkeerd stond. Gelet op de plaats waar de hulzen zijn aangetroffen kan [betrokkene 3] niet een van de schutters zijn geweest. Deze stond immers volgens de verklaring van [betrokkene 6] gebukt bij de taxi, terwijl de twee andere passagiers, [medeverdachte] en [verdachte] , van de taxi wegliepen in de richting van de Bornsestraat, waar later de hulzen werden gevonden.
Uit al het voorgaande leidt het hof af dat [verdachte] en [medeverdachte] ieder met een wapen van korte afstand hebben geschoten in de richting van de voorbijrijdende Mercedes waarin zich op dat moment [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] bevonden. Het hof acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich tezamen en in vereniging met [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag.
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat er alternatieve scenario’s mogelijk zijn. Deze vinden naar het oordeel van het hof geen steun in het dossier. Zoals eerder is overwogen acht het hof niet aannemelijk dat er vanuit de Mercedes is geschoten, gelet op de plaats waar de hulzen, grotendeels gegroepeerd, zijn aangetroffen. Ook acht het hof niet aannemelijk dat er vanuit een rijdende auto is geschoten. Dit scenario verdraagt zich immers niet met het gegeven dat de groepen hulzen op een relatief klein oppervlak en voornamelijk naar soort gescheiden van elkaar zijn aangetroffen. Voor de hulzen 9 mm Parabellum geldt bovendien dat zij voor het overgrote deel niet op het wegdek zijn aangetroffen. Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] komt weliswaar naar voren dat zij met een politievoertuig over de plaats delict zijn gereden, maar het hof leidt uit dit proces-verbaal af dat er slechts één keer overheen is gereden, en wel vanuit de Bornsestraat rechtsaf de Dr. A. Kuyperstraat in. Het hof acht het niet aannemelijk dat de hulzen in twee groepen zijn gescheiden doordat er éénmaal overheen is gereden, laat staan dat die groepen elk afzonderlijk dan ook nog eens van nagenoeg gelijke samenstelling zouden kunnen zijn. Ten slotte is er geen aanwijzing dat zou zijn geschoten door [betrokkene 5] . Geen van de aanwezigen, ook verdachten niet, verklaren over handelingen van [betrokkene 5] tijdens de schietpartij, laat staan dat zij hem hebben zien schieten of dat zij zagen dat vanuit de Saab het vuur werd geopend.”
5. In de toelichting op het eerste middel, dat zich richt tegen de bewezenverklaring van het medeplegen van een poging tot doodslag, wordt betoogd dat uit de gebezigde bewijsmiddelen niet zonder meer kan worden afgeleid dat de personen die op de personenauto van het merk Mercedes-Benz hebben geschoten dezelfde personen zijn als de personen die in de bewijsmiddelen als inzittenden van een taxi van taxibedrijf [A] worden aangeduid. Daarmee laten de bewijsmiddelen volgens de steller van het middel de met de bewezenverklaring onverenigbare mogelijkheid open dat niet de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] maar één of meerdere anderen de schoten hebben gelost.
5.1. Uit de hierboven onder 4.2 aangehaalde bewijsmiddelen kan onder meer het volgende worden afgeleid. In de nacht van 18 op 19 mei 2012 heeft rond 03:00 uur een schietincident plaatsgevonden op de kruising van de Bornsestraat en de Dr. A. Kuyperstraat in Hengelo (Overijssel). Daarbij is een personenauto van het merk Mercedes-Benz geraakt. Bij het schietincident zijn met gebruikmaking van twee vuurwapens in totaal ten minste twaalf schoten gelost (zie de bewijsmiddelen 1, 5, 6 en 7) en is tevens gericht in de richting van de Mercedes-Benz geschoten (zie bewijsmiddel 2, 5, 7 en 8). Van de geloste schoten heeft één schot de dorpel bij het bestuurdersportier en een ander schot mogelijk de linkerzijde van de achterbumper van de Mercedes-Benz geraakt (zie de bewijsmiddelen 5 en 7).
5.2. Op het moment van het schietincident werd de Mercedes-Benz bestuurd door [betrokkene 1] en bevonden ook [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zich daarin (zie de bewijsmiddelen 2, 8, 9 en 10). [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] zijn in de nacht van het schietincident naar een eetcafé in Hengelo gereden, waar [betrokkene 1] vervolgens naar binnen is gegaan en [betrokkene 3] en [betrokkene 2] in de auto zijn blijven wachten (zie de bewijsmiddelen 8, 9 en 10). Bij terugkomst van [betrokkene 1] zijn [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] van het eetcafé weggereden en uiteindelijk op de Bornsestraat terechtgekomen (zie de bewijsmiddelen 8, 9 en 10). Op de Bornsestraat heeft de Mercedes-Benz van [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] in eerste instantie vóór een taxi van taxibedrijf [A] en een personenauto van het merk Saab gereden en heeft de taxi de Mercedes-Benz op enig moment ingehaald (zie de bewijsmiddelen 8, 9, 10 en 12). In de genoemde taxi zaten [betrokkene 3] , [medeverdachte] en de verdachte, die vlak daarvoor door taxichauffeur [betrokkene 6] in de Schumannstraat in Hengelo waren opgehaald (zie de bewijsmiddelen 12 t/m 19).
5.3. Na het passeren van de Mercedes-Benz heeft [betrokkene 3] , die op de bijrijdersstoel van de taxi zat, de taxichauffeur de opdracht gegeven om vanaf de Bornsestraat de Dr. A. Kuyperstraat in te draaien en daar te stoppen (zie de bewijsmiddelen 8, 10, 12 en 15). Toen de taxi in de Dr. A. Kuyperstraat stilstond, is de Mercedes-Benz even verderop op de Bornestraat gekeerd en in de richting van de stilstaande taxi teruggereden (zie de bewijsmiddelen 11, 12, en 15). Op hetzelfde moment zijn [betrokkene 3] , [medeverdachte] en de verdachte uit de taxi gestapt, waarna [betrokkene 3] bij de taxi zelf is blijven staan en [medeverdachte] en de verdachte naar de Bornsestraat zijn gelopen (zie de bewijsmiddelen 10, 12, 13 en 15). Kort hierop zijn zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de Mercedez-Benz schoten gelost (zie de bewijsmiddelen 1, 8, 9, 10, 11, 12 en 13). Na afloop van de schietpartij heeft [betrokkene 1] naar de politie gebeld en daarbij aangegeven dat de daders van de schietpartij zich in de taxi bevonden (zie de bewijsmiddelen 2 en 3).
5.4. Aan de steller van het middel kan worden toegegeven dat geen van de bewijsmiddelen met zoveel woorden inhoudt dat de personen die de schoten hebben gelost voorafgaand aan de schietpartij in een taxi van taxibedrijf [A] zaten. Dat het hof uit de onderlinge samenhang van de bewijsmiddelen heeft opgemaakt dat dit wel het geval is geweest, is naar mijn mening niet onbegrijpelijk. Het hof heeft voor het bewijs onder meer gebruikgemaakt van het proces-verbaal van de melding van de schietpartij aan de politie, waarin de schutters door [betrokkene 1] worden geïdentificeerd als de personen die zich in ieder geval direct na de schietpartij in de betreffende taxi hebben bevonden (zie bewijsmiddel 2). Aangezien de verklaring van [betrokkene 1] op dit punt wel wringt met de als bewijsmiddel 3 gebezigde verklaring van de bestuurder van de Saab die inhoudt dat [betrokkene 1] bij zijn achtervolging van de schutters na afloop van de schietpartij op enig moment de verkeerde auto voor de auto van de schutters heeft gehouden, is het van belang dat het hof voor de identificatie van de schutters als de personen die in ieder geval vlak voor de schietpartij uit de taxi stapten bijvoorbeeld ook steun kunnen vinden in de inhoud van bewijsmiddel 11. Dit laatste bewijsmiddel betreft de verklaring van [betrokkene 2] dat op het moment dat de Mercedes-Benz in de richting van de taxi reed door [betrokkene 1] tegen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ‘bukken, ze gaan schieten’ werd gezegd. Aangezien het hof in zijn bewijsoverwegingen daarnaast nog uitgebreid is ingegaan op het bewijs ten aanzien van de richting van de geloste schoten, het aantal gebruikte vuurwapens, het achterblijven bij de taxi van [betrokkene 3] en de beweging van de verdachte en [medeverdachte] van de taxi in de richting van de Bornsestraat, is het oordeel van het hof dat [medeverdachte] en de verdachte als schutters bij de schietpartij betrokken moeten zijn geweest voldoende begrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
5.5. Het eerste middel faalt.
6. Het tweede middel bevat de klacht dat uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte met het schieten op de Mercedes-Benz het (voorwaardelijke) opzet heeft gehad op de dood van alle drie de inzittenden van de Mercedes-Benz. De steller van het middel voert aan dat blijkens de inhoud van de bewijsmiddelen ten aanzien van slechts één van de afgevuurde kogels kan worden vastgesteld dat deze de auto van [betrokkene 1] , [betrokkene 3] en [betrokkene 2] daadwerkelijk heeft geraakt en dat er door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] dus kennelijk ook slechts één keer gericht op de betreffende auto is geschoten. Voor zover het hof heeft geoordeeld dat reeds bij dit enkele gerichte schot de aanmerkelijke kans bestond dat alle drie de inzittenden van de Mercedes-Benz zouden omkomen, is de bewezenverklaring van het hof volgens de steller van het middel zonder nadere motivering niet begrijpelijk.
6.1. Deze klacht behoeft mijns inziens geen uitgebreide bespreking. Het hof heeft in zijn nadere bewijsoverwegingen weliswaar vastgesteld dat van de door de verdachte en [medeverdachte] geloste schoten er inderdaad slechts één of twee de Mercedez-Benz hebben geraakt, maar de nadere bewijsoverwegingen van het hof houden nog wel meer in dan dit alleen. Door het hof is vastgesteld dat de verdachte en [medeverdachte] bij de schietpartij op de kruising van de Bornsestraat en de Dr. A. Kuyperstraat in Hengelo in totaal ten minste twaalf kogels hebben afgevuurd. Voorts heeft het hof onder meer uit de rijrichting van de Mercedes-Benz op de Bornsestraat op het moment van de schoten en de gegroepeerde vondst van de kogelhulzen aan de rand van de Bornsestraat afgeleid dat de verdachte en [medeverdachte] een hele rits van kogels van korte afstand op de Mercedes-Benz en de inzittenden daarvan hebben gericht. Het betoog van de steller van het middel dat uit de bewijsvoering van het hof volgt dat er slechts één keer gericht op de Mercedes-Benz is geschoten gaat dus sowieso niet op, terwijl het hof voor de omstandigheid dat de meeste afgevuurde kogels de auto hebben gemist een verklaring heeft kunnen vinden in de uit de bewijsmiddelen blijkende hoge snelheid en slingerende bewegingen van de auto op het moment van de schoten (zie bewijsmiddel 11). De beslissing van het hof dat de verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de dood van alle inzittenden van de Mercedes-Benz lijkt mij dan ook deugdelijk gemotiveerd.
6.2. Het tweede middel faalt.
7. Beide voorgestelde middelen falen en kunnen naar mijn mening met de aan art. 81 lid 1 RO ontleende motivering worden afgedaan. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
8. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 04‑07‑2017
Bijlage II bevat een tekening van de situatie op de kruising van de Bornsestraat en de Dr. A. Kuyperstraat in Hengelo (Overijssel) ten tijde van het tenlastegelegde feit.