Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016282406, gesloten op 30 juni 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
Rb. Gelderland, 20-06-2017, nr. 05/880246-16
ECLI:NL:RBGEL:2017:3210
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
20-06-2017
- Zaaknummer
05/880246-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2017:3210, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 20‑06‑2017; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 20‑06‑2017
Inhoudsindicatie
Rechtbank Gelderland veroordeelt een 43-jarige man uit Westervoort voor het medeplegen van een gewoonte maken van opzetheling tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. Ook moet de man een schadevergoeding betalen aan de slachtoffers.
Partij(en)
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880246-16
Datum uitspraak : 6 juni 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] ,
raadsman: mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 juni 2017.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de pleegperiode van 08 januari 2016 tot 11mei 2016, in de gemeente Rheden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op na te melden tijdstippen, op na te melden plaatsen, (telkens) na te melden goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen (telkens) wist(en) dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
11 januari 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] (zie zaaksdossier 1) en/of
19 februari 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] (zie zaaksdossier 2) en/of
25 februari 2016: Volkwagen Caddy met Duits kenteken [kenteken 3] (zie zaaksdossier 5) en/of
26 februari 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 4] (zie zaaksdossier 3) en/of
4 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 5] (zie zaaksdossier 6) en/of
7 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 6] (zie zaaksdossier 4) en/of
10 maart 2016: Opel Corsa met kenteken [kenteken 7] (zie zaaksdossier 8) en/of
13 maart 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] (zie zaaksdossier 10) en/of
13 maart 2016: Seat Ibiza met kenteken [kenteken 9] (zie zaaksdossier 9) en/of
15 maart 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 10] (zie zaaksdossier 7) en/of
17 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] (zaak 13) en/of
21 maart 2016: een elektrisch aangedreven bolderwagen (zie zaaksdossier 12) en/of
27 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 12] met aanhanger met het kenteken [kenteken 28] (zie zaaksdossier 14) en/of
29 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 13] (zie zaakdossier 11) en/of
2 april 2016: Volkwagen Caddy met kenteken [kenteken 14] (zie zaaksdossier 15) en/of
5 april 2016: Volkswagen Golf met Duits kenteken [kenteken 15] (zie zaaksdossier 16) en/of
12 april 2016: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 16] (zie zaaksdossier 17) en/of
13 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 17] (zie zaaksdossier 18) en/of
19 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 18] (zie zaaksdossier 20) en/of
24 april 2016: Camper, merk Pilote met kenteken [kenteken 19] (zie zaaksdossier 24) en/of
24 april 2016: Camper, merk Fiat met kenteken [kenteken 20] (zie zaaksdossier 48) en/of
30 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 21] (zie zaaksdossier 22) en/of
02 mei 2016: Volkswagen Polo, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 22] (zie zaaksdossier 31) en/of
03 mei 2016: BMW, type 530D, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 23] (zie zaaksdossier 25) en/of
4 mei 2016: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 24] (zie zaaksdossier 32) en/of
10 mei 2016: Volkswagen Golf met oorspronkelijk kenteken [kenteken 25] (zie zaaksdossier 26) en/of
11 mei 2016: Seat Ibiza oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 26] (zie zaaksdossier 23).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs1.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte was in de periode van 8 januari 2016 tot en met 11 mei 2016 (onder)huurder van een loods aan de [adres 2] te Rheden.2.De volgende gestolen voertuigen zijn in de periode van 11 januari 2016 tot en met 10 mei 2016 in de loods geplaatst:
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] , gestolen in de nacht van 7 op 8 januari 20163., wordt de loods binnengereden op 11 januari 20164.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] , gestolen op 18 februari 20165., wordt de loods binnengereden op 19 februari 20166.;
- Volkswagen Caddy met Duits kenteken [kenteken 3] , gestolen op 23 februari 20167., wordt de loods binnengereden op 25 februari 20168.;
- Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 4] , gestolen in de nacht van 23 of 24 februari 20169., wordt de loods binnengereden op 26 februari 201610.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 5] , gestolen op 3 maart 201611., wordt de loods binnengereden op 4 maart 201612.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 6] , gestolen op 7 maart 201613., wordt de loods binnengereden op 7 maart 201614.;
- Opel Corsa met kenteken [kenteken 7] , gestolen tussen 4 en 5 maart 201615., wordt de loods binnengereden op 10 maart 201616.;
- Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] , gestolen tussen 8 en 12 maart 201617., wordt de loods binnengereden op 13 maart 201618.;
- Seat Ibiza met kenteken [kenteken 9] , gestolen tussen 12 en 13 maart 201619., wordt de loods binnengereden op 13 maart 201620.;
- Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 10] , gestolen tussen 11 en 14 maart 201621., wordt de loods binnengereden op 15 maart 201622.;
- een elektrisch aangedreven bolderwagen, gestolen op 20 januari 201623., wordt de loods binnengereden op 21 maart 201624.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 12] met aanhanger met het kenteken [kenteken 28] , gestolen op 27 maart 201625., wordt de loods binnengereden op 27 maart 201626.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 13] , gestolen tussen 27 en 28 maart 201627., wordt de loods binnengereden op 29 maart 201628.;
- Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 14] , gestolen tussen 31 maart en 1 april 201629., wordt de loods binnengereden op 2 april 201630.;
- Volkswagen Golf met Duits kenteken [kenteken 15] , gestolen op 30 maart 201631., wordt de loods binnengereden op 5 april 201632.;
- Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 16] , gestolen tussen 11 en 12 april 201633., wordt de loods binnengereden op 12 april 201634.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 17] , gestolen tussen 11 en 12 april 201635., wordt de loods binnengereden op 13 april 201636.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 18] , gestolen tussen 18 en 19 april 201637., wordt de loods binnengereden op 19 april 201638.;
- Camper, merk Pilote met kenteken [kenteken 19] , gestolen tussen 23 en 24 april 201639., wordt de loods binnengereden op 24 april 201640.;
- Camper, merk Fiat met kenteken [kenteken 20] , gestolen tussen 23 en 24 april 201641., wordt de loods binnengereden op 24 april 201642.;
- Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 21] , gestolen op 30 april 201643., wordt de loods binnengereden op 1 mei 201644.;
- witte Volkswagen Polo, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 22] , gestolen tussen 20 juli en 21 juli 201545., op 2 mei 2016 wordt een witte Volkswagen Polo met een als gestolen gesignaleerd kenteken ( [kenteken 27] ) de loods binnengereden46.,
- zwarte BMW, type 530D, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 23] , gestolen tussen 28 en 29 maart 201647., op 3 mei 2016 wordt een zwarte BMW voorzien van een als gestolen gesignaleerd kenteken ( [kenteken 29] ) de loods binnengereden48.;
- Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 24] , gestolen tussen 23 en 25 april 201649., wordt de loods binnengereden op 4 mei 201650.;
- Volkswagen Golf met oorspronkelijk kenteken [kenteken 25] , gestolen op 3 mei 201651., wordt de loods binnengereden op 10 mei 201652..
In de loods zijn de in stukken geslepen carrosserie van de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 22] en een aantal losse auto-onderdelen en autoradio’s/navigatiesystemen van gestolen auto’s aangetroffen.53.In het contactslot van de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 25] (met valse kentekenplaat [kenteken 30] ) zat een valse sleutel met daarop een met tape bevestigde transponder. Deze transponder is geschikt om een auto te starten met valselijke overbrugging van de startonderbreker.54.
In de kelder van de woning van verdachte is een rode buggy, afkomstig uit de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 17]55., aangetroffen.56.
In een garagebox aan de [adres 3] is een Seat Ibiza met kenteken [kenteken 31] en voertuig identificatienummer (VIN) [nummer] aangetroffen. Dit kenteken stond geregistreerd op naam van [naam 1] , de partner van verdachte. Het bijbehorende voertuig staat in de politiesystemen omschreven als betrokken geweest bij een ongeval op 29 september 2015 en total loss. Voor het voertuig met dit VIN is het kenteken [kenteken 26] afgegeven. Dit voertuig staat sinds 23 januari 2016 als gestolen geregistreerd.57.In de woning van verdachte is een huurovereenkomst aangetroffen betreffende deze garagebox.58.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat gelet op de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit. De officier van justitie acht de verklaring van verdachte dat hij niet wist wat zich in de loods afspeelde, ongeloofwaardig. De officier van justitie vordert verdachte vrij te spreken van het eerste gedachtestreepje, nu er geen bewijs is dat verdachte die auto de loods heeft binnengereden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit nu geen bewijs voorhanden is dat verdachte wist dat het gestolen auto’s betrof. Verdachte heeft de auto’s enkel in opdracht van twee Poolse kennissen de loods binnengereden dan wel toegelaten tot de loods. Er is voorts geen bewijs dat sprake is van voorwaardelijk opzet. Subsidiair heeft de verdediging ten aanzien van zaaksdossiers 14, 17, 18, 20 en 22 vrijspraak bepleit omdat verdachte geen significante bijdrage heeft geleverd aan het ten laste gelegde, waardoor zijn gedragingen niet als medeplegen gekwalificeerd kunnen worden. Voorts is aangevoerd dat geen sprake is geweest van het voorhanden hebben van de goederen. Ten aanzien van zaaksdossiers 1, 5, 6, 12, 15, 24, 31 en 48 heeft de verdediging subsidiair aangevoerd dat sprake is van onvoldoende wettig bewijs voor (betrokkenheid bij) heling. De verdediging heeft ten aanzien van zaaksdossier 13 naar voren gebracht dat geen sprake is van heling nu verdachte met toestemming van de rechthebbende de auto voorhanden had, waardoor geen sprake meer was van een auto van diefstal afkomstig.
Beoordeling door de rechtbank
Partiele vrijspraak; zaaksdossier 13
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de heling van de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] (zaaksdossier 13), nu uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat verdachte de auto is gaan ophalen op verzoek van de heer [naam 2] , die optrad als vertegenwoordiger van aangeefster (p. 804 procesdossier). Nu verdachte de auto aldus met toestemming van de eigenaar van de auto onder zich had, heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank niet schuldig gemaakt aan heling. Verdachte zal dan ook van het met betrekking tot zaaksdossier 13 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft verklaard de loods aan de [adres 2] te Rheden in gebruik te hebben gegeven aan twee Poolse kennissen, van wie hij de namen niet wil noemen, en enkel - als vriendendienst - auto’s de loods in te hebben gereden of toegelaten. Hij heeft verklaard niet te hebben geweten dat het gestolen auto’s betrof.
De rechtbank overweegt dat bij de loods, nadat een vermoeden van criminele activiteiten was ontstaan, observatiecamera’s zijn geplaatst. Verdachte is op de uitgekeken camerabeelden door verbalisanten meermalen ambtshalve herkend.59.
Op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte de volgende gestolen auto’s de loods binnen heeft gereden, dan wel de deur van de loods heeft geopend waarna de auto naar binnen werd gereden:
Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2]60., Volkswagen Caddy met Duits kenteken [kenteken 3] , Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 4]61., Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 5]62., Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 6] , Opel Corsa met kenteken [kenteken 7]63., Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] , Seat Ibiza met kenteken [kenteken 9] , Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 10]64., Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 12] met aanhanger met het kenteken [kenteken 28] , Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 13]65., Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 14]66., Volkswagen Golf met Duits kenteken [kenteken 15] , Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 16]67., Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 17] , Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 18]68., Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 21] , Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 24] en Volkswagen Golf met oorspronkelijk kenteken [kenteken 25]69..
Ook is op de camerabeelden waargenomen dat verdachte meermalen met auto-onderdelen de loods uitloopt70.en dat hij in de loods een bumper en autospiegels in een kofferbak legt71..
Getuige [getuige 1] heeft verklaard vanaf februari 2016 contact te hebben gehad met verdachte en dat verdachte hem opdracht gaf om autowrakken op te halen. Verdachte belde of berichtte dan met de opdracht om de wrakken op te halen.72.
Uit de camerabeelden komt naar voren dat op verschillende momenten, terwijl verdachte bij of in de loods aanwezig is, een open bakwagen met een lege laadbak de loods binnenrijdt en dat deze open bakwagen enige tijd later met een volle laadbak de loods uitrijdt. Zo wordt het volgende waargenomen:
26 februari 2016: de open bakwagen rijdt de loods in. Verdachte staat naast een man die de deur van de loods opent. 14 minuten later rijdt de open bakwagen de loods uit. De bakwagen is hoog opgeladen met grote voorwerpen73.;
2 maart 2016: verdachte is in de loods en de open bakwagen rijdt de loods in en uit. De laadbak is bij het naar buiten rijden compleet gevuld74.;
7 maart 2016: verdachte doet de loods van binnenuit open en de open bakwagen rijdt met een lege laadbak de loods in. 12 minuten later rijdt de bakwagen met een volle laadbak de loods uit75.;
- -
14 maart 2016: de open bakwagen rijdt de loods in en rijdt 10 minuten later gevuld met een donkere carrosserie de loods uit. Verdachte sluit de deur van de loods van binnenuit;
- -
15 maart 2016: de open bakwagen arriveert nagenoeg leeg bij de loods. Verdachte opent de deur van de loods. 10 minuten later verlaat de open bakwagen de loods, gevuld met een wit carrosserie76.;
16 maart 2016: de open bakwagen rijdt de loods in en rijdt 10 minuten later met een carrosserie weg. Verdachte blijft in de loods77.;
23 maart 2016: de open bakwagen rijdt leeg de loods in en komt 9 minuten later met lading naar buiten. Verdachte verlaat de loods78.;
31 maart 2016: de open bakwagen rijdt, met verdachte er naast lopend, leeg de loods in en rijdt 15 minuten later geladen de loods uit79.;
11 april 2016: de open bakwagen rijdt de loods in. Er liggen verschillende auto-onderdelen op de grond. 9 minuten later opent verdachte de loods en rijdt de bakwagen, waarvan de laadbak vol is, naar buiten. De auto-onderdelen op de grond zijn weg80.;
19 april 2016: de open bakwagen rijdt de loods in en rijdt 16 minuten later de loods uit met een carrosserie. Verdachte loopt de loods uit81.;
- -
4 mei 2016: de open bakwagen rijdt leeg de loods in en verdachte loopt de loods in. 14 minuten laten komt de bakwagen geladen de loods uit;
- -
9 mei 2016: de open bakwagen rijdt de loods in. Verdachte zit in de loods in een gestripte auto. 33 minuten later komt de bakwagen met een volle laadbak met een carrosserie de loods uit82..
Alternatief scenario
De rechtbank acht dat de verklaring van verdachte dat hij de loods beschikbaar had gesteld aan Poolse kennissen en dat hij enkel voor hen auto’s de loods binnen heeft gereden, niet geloofwaardig nu deze verklaring geen steun vindt in het procesdossier en ook anderszins niet aannemelijk is geworden. Het verhaal van verdachte is niet te verifiëren, nu hij hiervoor onvoldoende aanknopingspunten heeft gegeven. De rechtbank overweegt daarbij dat getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij alleen verdachte, een oude man en nog een andere man bij de loods heeft gezien, dat hij nooit Polen heeft ontmoet en dat hij verdachte ook nooit heeft horen praten over Polen (p. 1349 procesdossier). Ook getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij alleen verdachte en een oudere man bij de loods heeft gezien en dat hij nooit Polen bij de loods heeft gezien (p. 1357 procesdossier). De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het alternatieve scenario van de verdachte als zijnde ongeloofwaardig terzijde dient te worden gesteld.
De rechtbank heeft op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen de overtuiging dat verdachte zeggenschap had over de loods en dat hij de auto’s voorhanden heeft gehad. De vraag die de rechtbank nog moet beantwoorden is of verdachte wist dat het gestolen auto’s betrof.
Wetenschap criminele herkomst
- autosleutels
De rechtbank stelt vast dat de bij de doorzoeking van de loods een autosleutel is aangetroffen waarop een transponder was bevestigd met tape. Een dergelijke sleutel bevond zich ook in het contact van de gestolen Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] die verdachte op verzoek van de eigenaar zou terugbrengen en waarin verdachte zich bevond toen hij werd aangehouden (zaaksdossier 13).83.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard (ook) wel eens auto’s de loods binnen te hebben gereden. Hij heeft verklaard dat de sleutel die dan in de auto zat tape om de bovenkant van de sleutel had.84.
Ook in de Seat Ibiza aangetroffen in de garagebox aan de [adres 3] zat een sleutel omwikkeld met tape. Dit wordt omschreven als een stripsleutel, waarvan bij de politie bekend is dat een dergelijke sleutel veel gebruikt wordt bij het stelen van dit type auto’s.85.
De rechtbank stelt op grond van vorenstaande bewijsmiddelen vast dat bij de gestolen auto’s gebruik werd gemaakt van een met tape omwikkelde sleutel, hetgeen afwijkt van een normale autosleutel.
- sms-berichten en tapgesprekken
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard medeverdachte [medeverdachte 2] te kennen en via hem bij de gestolen Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] te zijn uitgekomen die hij op 17 maart 2016 in de ochtend op verzoek van de eigenaar heeft teruggebracht (zaaksdossier 13).86.
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat [medeverdachte 2] op 17 maart 2016 om 01:42 uur het volgende sms-bericht naar verdachte heeft verstuurd:
“ [naam 4] KEN MORGEN BIJ JOU EEN IN DE GARAGE IS BELANGRIJK”87.
Uit een getapt telefoongesprek tussen verdachte en een persoon die zich ‘ [naam 3] ’ noemt van 8 april 2016 komt het volgende naar voren:
[naam 3] : Hey, Heb jij al wat aangeboden gekregen?
Verdachte: Nee ik heb wel al een beetje rondgevraagd voor je
(…)
[naam 3] : maar ik was eh, [naam 5] was bij die jongens geweest he, wat jij zei.
Verdachte: Ja
[naam 3] : En die jongens zweerden op alles dat ze hem toch niet hadden.
(…)
Verdachte: Jawel maar ik had gisteren ook een beetje rond lopen bellen naar iedereen snap je.
[naam 3] : Ja
Verdachte: Toen heb ik gewoon gezegd dit en dat en het slaat nergens op die auto komt gewoon terug en zo.
(…)
Verdachte: Ja maar als hij een vriend is van die gasten wat [naam 5] zegt dan had ik dat sowieso wel gehoord. snap je.
[naam 3] : Ja ja ja precies.
Verdachte: Nee, ik vind het ook raar want als hun niet bij mij gekomen zijn.
[naam 3] : Nee, maar [naam 5] , nee maar [naam 5] , maar [naam 5] weet niet dat ik eh, dat ik want ik hing net op met hem. En toen eh, hoe heet dat. Toen kreeg ik een telefoontje dat het die [naam 6] was.
Verdachte: Oke, Vieze ratten eigenlijk onder elkaar of niet
[naam 3] : Ja
Verdachte: Laten we eerlijk zijn. Het slaat toch nergens op
[naam 3] : Laat die auto's in Arnhem lekker met rust. Het zijn altijd van bekenden.
Verdachte: Ja, Dat heb ik wel honderdduizend keer gezegd. Maar daarom ben ik er ook mee uit gescheeen. Ik zeg, dat schiet niet op jong. Want ntv in Arnhem iedereen kent elkaar.
[naam 3] : Ja,
Verdachte: Ik zeg en ntv je pakt altijd een auto van bekenden. Ik zeg, ga lekker de stad uit of zo kerel.88.
Op 19 april 2016 hebben verdachte en [medeverdachte 2] de volgende Sms-berichten naar elkaar verzonden:
[medeverdachte 2] : Rijd even naar die ene plek waar die laatste was.
Verdachte: Ik ben weg wat had je dan.
[medeverdachte 2] : 14ts nette.
Verdachte: 6.
[medeverdachte 2] : ja.
Verdachte: Wat moet je hebben.
[medeverdachte 2] : Pdc voor en achter zwert.
[medeverdachte 2] : 8.
Verdachte: 750 gooi je dat ding bij me in de bus en pak je tegen 6 uur
(…)
[medeverdachte 2] : Moet ook wat verdiene.
Verdachte: Ja ik ook pik 750 is zat echt.89.
Uit een getapt telefoongesprek tussen verdachte en [medeverdachte 2] van 21 april 2016 komt het volgende naar voren:
[medeverdachte 2] : Een mini.
Verdachte: Hedde gij een mini mini?
(…)
Verdachte: Hoe oud?
[medeverdachte 2] : Euh ik weet niet. 17, 17 dingens staat erop, dus niet zo heel oud.
Verdachte: En wat moet gij er voor hebben dan?
(…)
Verdachte: Verder heb je zelf niks?
[medeverdachte 2] : Nee, ik ga straks wel ff kieken.
Verdachte: Ja kiek straks maar jong.90.
Uit Sms-berichten tussen verdachte en [medeverdachte 2] van 25 april 2016 blijkt het volgende:
[medeverdachte 2] : Wat geef je voor n5 met bumpers gti
Verdachte: Diesel.
[medeverdachte 2] : 1.9 Op papier hand bak maar ligt automaat in 2004
Verdachte: Wat kost ie dan.
[medeverdachte 2] : Zeg maar wat
Verdachte: Weet ie moter code
[medeverdachte 2] : Nee man
[medeverdachte 2] : Of kan je m voor me uitelkaar hale pak ik vandeweek wel un bIs regelen we wat
Verdachte: 610 Ja kan alleen pas woensdag
[medeverdachte 2] : Boow is link man tot woensdag buiten.91.
Op 29 april 2016 verzenden verdachte en [medeverdachte 2] de volgende sms-berichten naar elkaar:
[medeverdachte 2] : Bis wil je ook tog
Verdachte: Moet niet teveel kosten brum
[medeverdachte 2] : Doe een bod ga ik vanavond kijken
Verdachte: 500
[medeverdachte 2] : 6 voor mij haha.
En uit de op 30 april 2016 verzonden sms-berichten tussen verdachte en [medeverdachte 2] blijkt het volgende:
[medeverdachte 2] : Ik heb zelfde als laatste keer
Verdachte: 6
[medeverdachte 2] : Ja
Verdachte: Diesel
[medeverdachte 2] : Nee 14 ts
[medeverdachte 2] : Hij is al bij jou daar.92.
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte in de ten laste gelegde periode meerdere malen contact heeft gehad met medeverdachte [medeverdachte 2] en dat [medeverdachte 2] auto’s dan wel auto-onderdelen aan verdachte aanbood, waarna verdachte heeft gevraagd welk bedrag [medeverdachte 2] er voor wilde hebben. Voorts heeft [medeverdachte 2] gevraagd (op 25 april 2016) aan verdachte om een voorwerp uit elkaar te halen. Naar het oordeel van de rechtbank betreft dit voorwerp een auto, nu sprake is van ‘bumpers’, een automaat in plaats van een ‘handbak’ en ‘diesel’. [medeverdachte 2] geeft op 30 april 2016 aan dat hij ‘hem’ al bij verdachte heeft. Naar het oordeel van de rechtbank betreft dit een auto, nu gesproken wordt over een ‘diesel’. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat verdachte wist dat [medeverdachte 2] zich met gestolen auto’s bezighield. De rechtbank overweegt daarnaast dat verdachte in het telefoongesprek met ‘ [naam 3] ’ spreekt over het ‘naar iedereen rondbellen’, het ‘met rust laten van auto’s in Arnhem’ en ‘dat je altijd auto’s van bekenden pakt’. Nu op de camerabeelden is waargenomen dat verdachte meermalen losse auto-onderdelen in een andere auto laadde, komt de rechtbank tot de overtuiging dat verdachte actief betrokken was bij het uit elkaar halen van de in de loods geplaatste gestolen voertuigen.
Conclusies
Opzetheling
De rechtbank stelt op grond van vorenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte een groot deel van de gestolen auto’s de loods binnen heeft gereden, waarbij hij de auto heeft moeten starten door middel van het omdraaien van een met tape omwikkelde sleutel. Verdachte heeft contact gehad met een bekende autodief en zowel in de woning van verdachte als in zijn garagebox zijn gestolen goederen, gestolen auto’s en auto-onderdelen van, respectievelijk voorwerpen uit, gestolen auto’s aangetroffen.
De rechtbank is gelet op vorenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte wetenschap heeft gehad van de (criminele) herkomst van de in de tenlastelegging genoemde auto’s en bolderkar op het moment van het voorhanden krijgen van die voertuigen. Hij heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan opzetheling.
Gewoonteheling
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, heeft verdachte zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig gemaakt aan de opzetheling van vele auto’s en een elektrische bolderkar die bij diverse diefstallen zijn weggenomen. Gezien de korte tijdspanne en de hoeveelheid aan zaken is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van gewoonteheling.
Medeplegen
De rechtbank acht voorts bewezen dat verdachte het feit heeft gepleegd tezamen en in vereniging met anderen. De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen. Immers, niet alleen was verdachte de huurder van de loods en was hij regelmatig aanwezig bij het naar binnen rijden van de gestolen auto’s door anderen. Maar ook onderhield hij contact met een van de stelers van de auto’s en met de persoon die de autowrakken kwam ophalen. Nu verdachte enerzijds gelegenheid bood om de gestolen auto’s aan het zicht te onttrekken, en bovendien een rol vervulde bij het uit elkaar halen en afvoeren van de auto’s, heeft verdachte een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan die nauwe en bewuste samenwerking.
De rechtbank acht gelet op vorenstaande het tenlastegelegde, met uitzondering van zaaksdossier 13, wettig en overtuigend bewezen.
3. Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, te weten dat:
hij in of omstreeks de pleegperiode van 08 januari 2016 tot 11 mei 2016, in de gemeente Rheden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) op na te melden tijdstippen, op na te melden plaatsen, (telkens) na te melden goederen verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen (telkens) wist(en) dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
11 januari 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] (zie zaaksdossier 1) en/of
19 februari 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] (zie zaaksdossier 2) en/of
25 februari 2016: Volkswagen Caddy met Duits kenteken [kenteken 3] (zie zaaksdossier 5) en/of
26 februari 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 4] (zie zaaksdossier 3) en/of
4 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 5] (zie zaaksdossier 6) en/of
7 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 6] (zie zaaksdossier 4) en/of
10 maart 2016: Opel Corsa met kenteken [kenteken 7] (zie zaaksdossier 8) en/of
13 maart 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 8] (zie zaaksdossier 10) en/of
13 maart 2016: Seat Ibiza met kenteken [kenteken 9] (zie zaaksdossier 9) en/of
15 maart 2016: Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 10] (zie zaaksdossier 7) en/of
17 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] (zaak 13) en/of
21 maart 2016: een elektrisch aangedreven bolderwagen (zie zaaksdossier 12) en/of
27 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 12] met aanhanger met het kenteken [kenteken 28] (zie zaaksdossier 14) en/of
29 maart 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 13] (zie zaakdossier 11) en/of
2 april 2016: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 14] (zie zaaksdossier 15) en/of
5 april 2016: Volkswagen Golf met Duits kenteken [kenteken 15] (zie zaaksdossier 16) en/of
12 april 2016: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 16] (zie zaaksdossier 17) en/of
13 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 17] (zie zaaksdossier 18) en/of
19 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 18] (zie zaaksdossier 20) en/of
24 april 2016: Camper, merk Pilote met kenteken [kenteken 19] (zie zaaksdossier 24) en/of
24 april 2016: Camper, merk Fiat met kenteken [kenteken 20] (zie zaaksdossier 48) en/of
30 april 2016: Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 21] (zie zaaksdossier 22) en/of
02 mei 2016: Volkswagen Polo, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 22] (zie zaaksdossier 31) en/of
03 mei 2016: BMW, type 530D, oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 23] (zie zaaksdossier 25) en/of
4 mei 2016: Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 24] (zie zaaksdossier 32) en/of
10 mei 2016: Volkswagen Golf met oorspronkelijk kenteken [kenteken 25] (zie zaaksdossier 26) en/of
11 mei 2016: Seat Ibiza oorspronkelijk voorzien van kenteken [kenteken 26] (zie zaaksdossier 23).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van een gewoonte maken van het plegen van opzetheling
5. De strafbaarheid van het feit
Het feit is strafbaar.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7. Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie houdt bij zijn eis rekening met de richtlijnen van het Openbaar Ministerie, de ernst van het feit, de justitiële documentatie van verdachte en het rapport van de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht, indien het feit bewezen wordt verklaard, rekening te houden met de (beperkte) rol van verdachte, de lange tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en met het gegeven dat verdachte een positieve invulling heeft gegeven aan de schorsing van de voorlopige hechtenis, hetgeen recidive verlagend heeft gewerkt. Indien verdachte wederom gedetineerd zal raken, zal het positief ingezette traject van behandeling worden doorkruist. De verdediging verzoekt in plaats van een langere gevangenisstraf dan de duur van het voorarrest, een langere proeftijd te bepalen dan wel een forse werkstraf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 2 mei 2017;
- een rapportage verdiepingsdiagnostiek van Kairos, gedateerd 5 september 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 9 september 2016;
- een eindverslag van de CoVa-plus training, gedateerd april 2017.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gewoonteheling. Verdachte en de medeverdachten zijn georganiseerd te werk gegaan. Binnen vier maanden zijn 26 auto’s en een elektrische bolderkar gestolen, die kort na de diefstal de loods van verdachte zijn binnengereden en vervolgens zijn gedemonteerd. Verdachte vormde een onmisbare schakel in dit verband. Verdachte heeft door zijn handelen een rol gespeeld bij het in stand houden van de illegale handel in gestolen voertuigen en andere goederen. Hierdoor zijn meerdere mensen flink benadeeld. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Het kan niet anders dan dat verdachte bij zijn handelen enkel oog heeft gehad voor zijn eigen financiële gewin en dat hij zich niet heeft bekommerd om de schade en overlast die hij met zijn handelen heeft veroorzaakt. Rechthebbenden - of in hun plaats de verzekeringsmaatschappijen die tot uitkering zijn overgegaan - zijn voor grote bedragen gedupeerd. Verdachte heeft geen openheid van zaken gegeven en heeft, ook ter terechtzitting, getracht zijn rol in het geheel kleiner te doen lijken.
Blijkens de justitiële documentatie van verdachte is verdachte reeds meermalen veroordeeld voor (auto)diefstal en heling.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van de rapporten van de reclassering en Kairos en hetgeen ter terechtzitting door de reclassering naar voren is gebracht. Uit het besprokene ter terechtzitting komt naar voren dat verdachte zich aan de schorsingsvoorwaarden houdt, dat hij heeft deelgenomen aan een CoVa-training en dat behandeling bij Kairos is ingezet. De reclassering is van mening dat het grootste risico gelegen is in de impulsiviteit van verdachte. Kijkend naar het verloop van de gesprekken met verdachte en de houding van verdachte, schat de reclassering echter in dat het recidiverisico is verminderd.
De rechtbank houdt in de strafmaat rekening met de ernst van het feit, de justitiële documentatie van verdachte en met de straffen die gebruikelijk door rechtbanken in soortgelijke gevallen worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat op een feit als de onderhavige niet anders kan worden gereageerd dan met oplegging van een forse vrijheidsbenemende straf. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar passend en geboden. Anders dan door de officier van justitie is geëist, zal de rechtbank deze straf geheel onvoorwaardelijk opleggen. De rechtbank zal geen voorwaardelijk deel bepalen, nu thans nog niet duidelijk is welke behandeling en begeleiding op het moment van invrijheidstelling passend zijn. Wanneer verdachte voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld, kunnen alsnog bijzondere voorwaarden worden bepaald.
Beslag
De rechtbank overweegt dat de officier van justitie ter terechtzitting naar voren heeft gebracht dat geen sprake meer is van beslag. De rechtbank zal dan ook geen beslissing ex artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering nemen.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Ontvankelijkheid benadeelde partijen
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat verdachte, als heler ook verantwoordelijk is voor de schade die is geleden door de diefstal.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen nu de rol van verdachte zeer gering is en daardoor geen sprake is van een nauw verband tussen de schade van de benadeelde partijen ten gevolge van het verlies door diefstal en het door verdachte gepleegde strafbare feit.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich op grote schaal schuldig gemaakt aan (gewoonte-)heling van voertuigen, gepleegd samen en in vereniging met anderen. De strafbaarstelling van heling strekt (mede) tot bescherming van de belangen van de rechthebbenden op de gestolen zaken. Door zich op grote schaal en in min of meer georganiseerd verband schuldig te maken aan de bewezenverklaarde heling van gestolen voertuigen, heeft verdachte de diefstallen van die voertuigen in de hand gewerkt. Daarbij is van belang dat de voertuigen in een kort tijdsbestek vóór het binnenrijden van de loods van verdachte zijn gestolen alsook dat door het demonteren en afvoeren van de voertuigen de schade onomkeerbaar is geworden. De schade van de benadeelde partijen ten gevolge van het verlies door diefstal van hun voertuigen houdt naar het oordeel van de rechtbank voldoende rechtstreeks verband met het door verdachte gepleegde strafbare feit. De benadeelde partijen kunnen in hun vorderingen worden ontvangen.
Beoordeling vorderingen
- [naam 7] (zaaksdossier 12)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.717,12.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de kosten met betrekking tot de bolderkar en de tijdelijke kar toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, en de overige posten af te wijzen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal het gevorderde bedrag met betrekking tot de gestolen stint en de tijdelijke stint toewijzen nu deze vorderingen voldoende zijn onderbouwd en door de verdediging niet zijn betwist.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu deze schade (bakfiets, aanschaf schuurdeur en schilderwerk schuurdeur) naar het oordeel van de rechtbank geen rechtstreekse schade betreft.
- [naam 8] (zaaksdossier 14)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 135,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen nu de vordering voldoende is onderbouwd en door de verdediging niet is betwist.
- [naam 9] (zaaksdossier 16)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 9.410,98.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd. De vordering is voldoende onderbouwd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft naar voren gebracht dat nu de schade wordt gevorderd door de verzekeringsmaatschappij eveneens geen sprake is van rechtstreekse schade en de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat sprake is van cessie; met betaling van de schadeloosstelling aan [naam 9] is de verzekering eigenaar van de gestolen auto geworden. Er is daarmee naar het oordeel van de rechtbank sprake van rechtstreekse schade. De vordering is voldoende onderbouwd en zal worden toegewezen.
- [naam 10] (zaaksdossier 17)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 6.518,33.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de vordering ten aanzien van de materiële schade toe te wijzen en € 1.000,00 immateriële schade toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, waardoor de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht de gevorderde materiële schade in verband met het betaalde eigen risico à € 135,00 voor toewijzing vatbaar. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Met betrekking tot de gevorderde immateriële schade, overweegt de rechtbank dat een bedrag van € 500,-, in de specifieke situatie van deze benadeelde gelet op het leed en het ongemak dat door het handelen van verdachte aan de benadeelde partij is toegebracht, billijk wordt geacht. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in de vordering.
- [naam 11] (zaaksdossier 20)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 567,50.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht € 250,00 toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd, en de benadeelde voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de vordering niet is onderbouwd, waardoor de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht de gevorderde schade in verband met het betaalde eigen risico à € 250,00 voor toewijzing vatbaar. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu deze vordering naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is onderbouwd. Uit de aangifte, dan wel uit andere stukken, is niet gebleken dat de opgegeven goederen zich in de auto bevonden ten tijde van de diefstal en daarmee zijn weggenomen. De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
- [naam 12] (zaaksdossier 24)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 3.250,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht het gevorderde eigen risico toe te wijzen en ten aanzien van de inventaris € 1.000,00 toe te wijzen, nu rekening gehouden moet worden met afschrijving. De officier van justitie heeft verzocht de wettelijke rente toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, waardoor de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat het betaalde bedrag aan eigen risico als vermogensnadeel voor vergoeding in aanmerking komt. Ten aanzien van de gevorderde kosten voor het aanschaffen van een nieuwe inventaris overweegt de rechtbank dat aannemelijk is dat in de gestolen camper persoonlijke bezittingen van de rechthebbenden aanwezig waren ten tijde van de diefstal. Het uitgangspunt van schadevergoeding is het zo veel mogelijk herstellen van de oude (financiële) toestand van de benadeelde. De rechtbank zal dan ook rekening houden met afschrijving en met nieuw voor oud en acht daarmee een bedrag van € 750,00 billijk. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
- [naam 13] (zaaksdossier 26)
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 231,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen, met toewijzing van de wettelijke rente, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal het gevorderde bedrag toewijzen nu de vordering voldoende is onderbouwd en door de verdediging niet is betwist.
Wettelijke rente
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 11 mei 2016.
Hoofdelijkheid
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
8. De toegepaste wettelijke bepalingen
9. De beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 7] (zaaksdossier 12)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van een bedrag van € 2.214,99 (tweeduizend tweehonderdveertien euro en negenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 2.214,99 (tweeduizend tweehonderdveertien euro en negenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 32 (tweeëndertig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 8] (zaaksdossier 14)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van een bedrag van € 135,00 (honderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening] en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 135,00 (honderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 2 (twee) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 9] (zaaksdossier 16)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, van een bedrag van € 9.410,98 (negenduizend vierhonderdentien euro en achtennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 9.410,98 (negenduizend vierhonderdentien euro en achtennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 82 (tweeëntachtig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 10] (zaaksdossier 17)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, van een bedrag van € 685,00 (zeshonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 685,00 (zeshonderdvijfentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 13 (dertien) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 11] (zaaksdossier 20)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van een bedrag van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 5 (vijf) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 12] (zaaksdossier 24)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1.000,00 (duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 1.000,00 (duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 20 (twintig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 13] (zaaksdossier 26)
- -
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van een bedrag van € 231,00 (tweehonderd eenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening] en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- -
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- -
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van € 231,00 (tweehonderd eenendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 (vier) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Sluijters, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 juni 2017. | ||
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 20‑06‑2017
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 698-699 en de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 6 juni 2017.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 710.
Proces-verbaal van observatie, p. 717.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 721.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 208.
Schriftelijk bescheid zijnde een strafanzeige van [naam 14] namens [slachtoffer 6] , p. 740-741.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 217.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 17] namens [slachtoffer 7] , p. 727-728.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 218.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 16] namens [slachtoffer 8] , p. 751-752.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 240.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 18] namens [naam 18] , p. 733-734.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 250.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 759.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 252.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 772.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 301.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 763.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 302.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , p. 755.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 303.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 20] namens [naam 7] , p. 780.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 315.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 8] , p. 831.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 326-327.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , p. 776.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 328.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] , p. 835.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 338.
Schriftelijk bescheid zijnde een strafanzeige van [naam 9] , p. 841.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 351.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 10] , p. 846.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 353.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 22] namens [slachtoffer 14] , p. 850-851.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 367.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 16] , p. 897.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 369.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 12] , p. 994.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 385.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] , p. 1087.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 384.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] , p. 960.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 407.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 18] , p. 1017.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 409.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 19] , p. 999.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 410.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 20] , p. 1021.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 411.
Proces-verbaal van aangifte van [naam 21] namens [naam 13] , p. 1002-1003.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 413.
Proces-verbaal van bevindingen zoeking “Pook”, p. 1393 +1401.
Proces-verbaal van bevindingen zoeking “Pook”, p. 1406.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 854.
Lijst van aangetroffen goederen in perceel [adres 4] te Velp, p. 1582.
Proces-verbaal doorzoeking, p. 1441, 1443 en 1444.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 1589-1591.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 215, proces-verbaal van bevindingen, p. 238 en proces-verbaal van bevindingen, p. 300.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 208.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 217 en 218.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 240.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 250 en 252.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 301, 302 en 303.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 327 en 328.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 338.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 351 en 353.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 367 en 369.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 407, 411 en 413.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 217 en 218, proces-verbaal van bevindingen, p. 241, proces-verbaal van bevindingen, p. 314 en proces-verbaal van bevindingen, p. 407.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 410.
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 1349.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 218.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 240.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 250.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 302 en 303.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 313.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 326.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 338.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 352-353.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 368.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 410 en 412.
Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 793.
Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] , p. 1282.
Proces-verbaal doorzoeking, p. 1441 en 1444.
De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 6 juni 2017.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 822.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 642-643.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 901-902.
Een schriftelijk bescheid van een telefoontap, p. 959.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 864.
Proces-verbaal van bevindingen, p. 964-966.