HR, 03-12-2021, nr. 21/00241

Documentgegevens:

HR 03-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1814

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 3 december 2021
Zaaknummer: 21/00241
Vakgebied(en): Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:1814, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:831, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑09‑2021
Wetingang: Art. 6, 17, 21 AVG

Essentie

Prejudiciële beslissing, persoonsgegevens, BKR.

Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over grondslag verwerking persoonsgegevens bij kredietregistratie.

Uitspraak

X (eiser) heeft een krediet afgesloten bij Hoist Finance AB (gedaagde, hierna: Hoist). Vanwege een betalingsachterstand heeft Hoist het krediet op 5 juli 2006 opgeëist. Als gevolg hiervan is X in het Centraal Register Kredietinformatiesysteem (CKI) genoteerd met achtereenvolgens de bijzonderheidscode A (er is sprake van een achterstand), een 2-codering toegevoegd (er is sprake van een opgeëiste vordering) en een 3-codering toegevoegd (er moest een bedrag groter dan € 250 op het krediet worden afgeboekt). Bij brief van 27 juni 2017 heeft het incassobureau ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.