Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/770 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten
Artikel 12 Bewijslast
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2019
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 136 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/770)
- Inwerkingtreding
11-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 136 (uitgifte: 22-05-2019, regelingnummer: 2019/770)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Informatierecht / ICT
1.
De bewijslast met betrekking tot de vraag of de digitale inhoud of digitale dienst overeenkomstig artikel 5 werd geleverd rust op de handelaar.
2.
Voor de in artikel 11, lid 2, bedoelde gevallen rust de bewijslast met betrekking tot de vraag of de geleverde digitale inhoud of digitale dienst ten tijde van de levering conform was, op de handelaar voor zover het een conformiteitsgebrek betreft dat kenbaar wordt binnen één jaar vanaf het tijdstip waarop de digitale inhoud of digitale dienst werd geleverd.
3.
Voor de in artikel 11, lid 3, bedoelde gevallen rust de bewijslast met betrekking tot de vraag of de digitale inhoud of digitale dienst conform was gedurende de periode waarin de digitale inhoud of digitale dienst volgens de overeenkomst moet worden geleverd, op de handelaar, voor zover het een conformiteitsgebrek betreft dat gedurende die periode duidelijk wordt.
4.
De leden 2 en 3 zijn niet van toepassing wanneer de handelaar aantoont dat de digitale omgeving van de consument niet compatibel is met de technische vereisten van de digitale inhoud of digitale dienst en wanneer de handelaar de consument vóór de sluiting van de overeenkomst op duidelijke en begrijpelijke wijze op de hoogte heeft gesteld van deze vereisten.
5.
De consument werkt samen met de handelaar voor zover dit redelijkerwijs mogelijk en noodzakelijk is om na te gaan of de oorzaak van het conformiteitsgebrek van de digitale inhoud of digitale dienst op het tijdstip zoals bepaald in artikel 11, lid 2 of 3, naargelang het geval, toe te schrijven is aan de digitale omgeving van de consument. De medewerkingsplicht wordt beperkt tot de technisch beschikbare middelen die voor de consument het minst ingrijpend zijn. Indien de consument verzuimt samen te werken en wanneer de handelaar de consument voor de sluiting van de overeenkomst op duidelijke en begrijpelijke wijze van dit vereiste op de hoogte heeft gesteld, draagt de consument de bewijslast met betrekking tot de vraag of het conformiteitsgebrek bestond op het tijdstip zoals bepaald in artikel 11, lid 2 of 3, naargelang het geval.