Einde inhoudsopgave
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Artikel 2.9 Voortgezet onderwijs
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 116 (uitgifte: 21-03-2022, kamerstukken: 35946)
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2022, Stb. 2022, 117 (uitgifte: 22-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan een scholier in aanmerking komen die is ingeschreven:
- a.
aan een school die op grond van de WVO 2020, de WEC of de Experimentenwet onderwijs volledig en rechtstreeks uit de openbare kas wordt bekostigd, waaronder het volgen van onderwijs in de vorm van contractactiviteiten niet is mede begrepen;
- b.
aan een op grond van artikel 2.66 WVO 2020 aangewezen school;
- c.
aan een school die is erkend op grond van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen voor zover de gevolgde cursus onder de reikwijdte van die wet valt;
- d.
voor een cursus die wordt bekostigd op grond van artikel 4.28 WVO 2020; of
- e.
voor bij ministeriële regeling aangewezen onderwijs, vergelijkbaar met de onderdelen a tot en met d.