Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 3
Artikel 86a
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 3, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
1.
Artikel 86 kan niet worden tegengeworpen aan degene die als eigenaar een roerende zaak opeist, die op het tijdstip waarop hij het bezit daarvan verloor, een cultuurgoed was, dat een integrerend deel vormde van een als zodanig aangewezen monument of van een archeologische vindplaats, of dat deel uitmaakte van een openbare collectie als bedoeld in het op 24 juni 1995 te Rome tot stand gekomen Verdrag van Unidroit inzake gestolen of onrechtmatig uitgevoerde cultuurgoederen (Trb. 1996 no. 227).
2.
De rechter die een vordering als bedoeld in het eerste lid, toewijst, kent aan de bezitter een naar gelang van de omstandigheden billijke vergoeding toe, indien deze bewijst bij de verkrijging van de zaak de nodige zorgvuldigheid te hebben betracht, tenzij opeising zonder vergoeding bij toepasselijkheid van artikel 86, derde lid, mogelijk zou zijn geweest.
3.
De vergoeding omvat in elk geval hetgeen aan de bezitter verschuldigd is krachtens de artikelen 120 en 121. Zij wordt bij afgifte van de zaak uitgekeerd.