Einde inhoudsopgave
Regeling beoordeling reinigbaarheid grond
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
03-04-2009, Stcrt. 2009, 78 (uitgifte: 24-04-2009, regelingnummer: DGR/LOK/2009021660)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2009, Stcrt. 2009, 78 (uitgifte: 24-04-2009, regelingnummer: DGR/LOK/2009021660)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Bodem
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - branchespecifiek
1.
De partij wordt bemonsterd overeenkomstig een nader onderzoek asbest, dan wel een depotkeuring, conform NEN 5707 of NEN 5897.
2.
In geval van een onderzoek naar asbest in de bodem dient het veldwerk te worden uitgevoerd door een persoon of instelling, die daartoe op grond van hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit is erkend, overeenkomstig SIKB-protocol 2018.
3.
In geval van een partijkeuring naar asbest in de grond dient het veldwerk te worden uitgevoerd door een persoon of instelling, die daartoe op grond van hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit is erkend, overeenkomstig SIKB-protocol 1001.
4.
In geval van een onderzoek naar de chemische samenstelling van de grond of bodem dient het veldwerk te worden uitgevoerd door een persoon of instelling die daartoe op grond van het Besluit bodemkwaliteit is erkend, overeenkomstig SIKB-protocol 1001 of SIKB-protocol 2001.