NJB 2024/1886:Opzet bij voorbereiding moord door voorhanden hebben peilbaken dat bedoeld was om onder de auto van het slachtoffer te plakken, art. 46 Sr: vereist is dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk misdrijf de in die bepaling omschreven voorbereidingshandelingen en voorbereidingsmiddelen waren gericht en dat het opzet van de verdachte op het begaan daarvan was gericht. Onder dit opzet is voorwaardelijk opzet begrepen. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte door – wetend van een conflict in de zware drugscriminaliteit als achtergrond van de opdracht en van de urgentie bij de opdrachtgever om bekend te raken met de locatie van het slachtoffer – de opdracht tot het heimelijk plaatsen van een peilbaken onder de door het slachtoffer gebruikte auto aan te nemen en uit te voeren, zonder vragen te stellen om zich ervan te verzekeren dat dit niet strekte tot voorbereiding van een moord, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het plaatsen van het peilbaken onderdeel was van de voorbereiding van de moord op het slachtoffer.