V-N 2020/47.22
Belastingadviseur niet als ‘pleger’ strafrechtelijk aansprakelijk voor indiening onjuiste aangiften cliënten
HR 15-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1372, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 september 2020
- Magistraten
Van den Brink, Buruma, Boerlage
- Zaaknummer
19/00684
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233299:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1372, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:631, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat een ‘bij belastingwet voorziene aangifte’ uitsluitend kan worden gedaan door degene op wiens belasting- of betalingsplicht die aangifte betrekking heeft of door degene die wettelijk als zijn vertegenwoordiger kan optreden.
Samenvatting
X wordt als belastingadviseur/consulent strafrechtelijk vervolgd. Volgens Hof Amsterdam kan X, die als adviseur opzettelijk onjuiste IB-aangiften van cliënten heeft gedaan, worden aangemerkt als ‘degene die opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doet’ (art. 69 lid 2 AWR). X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat een ‘bij belastingwet voorziene aangifte’ uitsluitend kan worden gedaan door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.