Rb. Den Haag, 18-03-2021, nr. C/091608489 / FA RK 21/1531
ECLI:NL:RBDHA:2021:4355
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
18-03-2021
- Zaaknummer
C/091608489 / FA RK 21/1531
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2021:4355, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 18‑03‑2021; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 18‑03‑2021
Inhoudsindicatie
zorgmachtiging
Partij(en)
RECHTBANK DEN HAAG
Afdeling Strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: C/091608489 / FA RK 21/1531
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 maart 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[de man]
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de [verblijfplaats]
bijgestaan door zijn raadsman mr. B.G.M. Frencken,
hierna te noemen: betrokkene.
1. Procesverloop
1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 4 maart 2021 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- -
de medische verklaring;
- -
de zorgkaart inclusief de bijlagen;
- -
het zorgplan inclusief de bijlagen;
- -
de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- -
de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2021 in het gebouw van de rechtbank Den Haag gelijktijdig met de strafzaak van betrokkene met parketnummers 09/246400-20 en 09/244468-20.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en zijn gehoord:
- -
betrokkene;
- -
de raadsman van betrokkene;
- -
de officier van justitie;
- -
de deskundige: [GZ-psycholoog] ;
2. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.
3. Standpunt van betrokkene
De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek kan worden toegewezen, nu het in het belang is van de betrokkene dat hij medicatie krijgt en stopt met het gebruik van verdovende middelen. De betrokkene kan dan zo snel mogelijk weer zijn eigen regievoeren. Ten aanzien van de toediening van vocht en voedsel verzoekt de advocaat deze niet in de zorgmachtiging op te nemen, nu niet is gemotiveerd waarom deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn en daar het probleem van de verdachte ook niet zit.
De betrokkene is het niet eens met het toewijzen van het verzoek, omdat hij zijn medicijnen zal blijven slikken en hij dit zonder hulp kan.
4. Beoordeling
4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, alsmede aan middelen gerelateerde verslavingsstoornissen.
4.2.
Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel, gelegen in:
- a.
ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade en maatschappelijke teloorgang;
- b.
de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3.
Om:
- a.
ernstig nadeel af te wenden;
- b.
de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint,
heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg | Duur |
toedienen van vocht | 6 maanden |
toedienen van voeding | 6 maanden |
toedienen van medicatie | 6 maanden |
het verrichten van medische controles | 6 maanden |
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening | 6 maanden |
beperken van de bewegingsvrijheid | 6 maanden |
insluiten | 6 maanden |
uitoefenen van toezicht op betrokkene | 6 maanden |
onderzoek aan kleding of lichaam | 6 maanden |
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen | 6 maanden |
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen | 6 maanden |
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen | 6 maanden |
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek | 6 maanden |
opnemen in een accommodatie | 6 maanden |
4.5.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Wat door betrokkene als verweer is aangevoerd maakt dit niet anders. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het zorgplan blijkt dat de betrokkene niet of nauwelijks ziektebesef heeft en daardoor in het verleden na het wegvallen van externe structuur snel is gestopt met behandeling en inname van medicatie. De voorgestelde verplichte zorg is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de betrokkene zijn medicatie blijft nemen.De rechtbank zal het toedienen van vocht en voeding niet in de zorgmachtiging opnemen als maatregel, nu niet is gebleken dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint.
4.7.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
4.8.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.
Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[de man]
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg | Duur |
toedienen van medicatie | 6 maanden |
het verrichten van medische controles | 6 maanden |
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening | 6 maanden |
beperken van de bewegingsvrijheid | 6 maanden |
insluiten | 6 maanden |
uitoefenen van toezicht op betrokkene | 6 maanden |
onderzoek aan kleding of lichaam | 6 maanden |
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen | 6 maanden |
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen | 6 maanden |
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen | 6 maanden |
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek | 6 maanden |
opnemen in een accommodatie | 6 maanden |
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 18 september 2021.
Deze machtiging is op 18 maart 2021 gegeven door
mr. D.R. Glass, voorzitter,
mr. S.W.E. de Ruiter, rechter,
mr. J. Holleman, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E. Scholten, griffier,
en op 1 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor verzoeker beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.